Een eerste test-event zal in maart 2025 plaatsvinden. Verspreid over minstens tien ijsbanen in heel het land komen wedstrijdschaatsers in actie. Wetenschappers hebben dan een scoresysteem ontwikkeld, dat tijden met elkaar kan vergelijken. De winnende tijd hoeft dan niet per se de absoluut snelste zijn.
“Data-scientists maken een correctiefactor voor elke baan. Daarmee zouden we de tijden over heel Nederland moeten kunnen vergelijken en één grote ranglijst maken”, zegt Inge Stoter, Innovation manager van Innovatielab Thialf.
“We zijn heel benieuwd naar de reacties van de deelnemers”, zegt Jurre Trouw, manager sportparticipatie van de KNSB. “Veel schaatsers trekken nu naar Thialf om daar snelle tijden neer te zetten. Als deze test een succes is, zou dit ook heel wat reisbewegingen kunnen voorkomen en de bezetting op banen weer beter verdelen.”
De schaatsbond en Innovatielab Thialf werken al vele jaren samen in de topsport. Aan de basis van de schaatspiramide staan de breedtesporters, die bij verenigingen van jong tot oud schaatsplezier beleven. “Onze missie is om het sportaanbod voor deze schaatsers en skaters beter te laten aansluiten op de wensen en behoeften van deze tijd”, zegt Trouw. “De expertise van Innovatielab Thialf gaat ons daarbij helpen.”
De KNSB kent een redelijk stabiel ledenaantal (rond de 38.000 actieve schaatsers en skaters), maar het aantal rijders met een wedstrijdlicentie daalt gestaag. Waren dat er tien jaar geleden nog zo’n 12.000, intussen is dat bijna gehalveerd. Schaatsers volop dus, maar zij rijden steeds minder wedstrijden.
Trouw: “Schaatsen is en blijft een prachtige sport, die je in clubverband kunt beoefenen bij zo’n 250 verenigingen van de KNSB. De aanwas van jonge jeugd blijft goed, maar we zien ook dat veel leden maar één of twee jaar de sport beoefenen. Hoe kunnen wij er nu samen voor zorgen dat zij langer bij het schaatsen betrokken blijven? Wij zien in andere sporten dat het helpt als je het wedstrijdaanbod aantrekkelijker, spannender en leuker maakt, zodat het beter aansluit bij deze doelgroep.”
Het verzamelen en analyseren van data, waaronder instroom- en uitstroomonderzoeken onder clubleden, helpt de KNSB om de juiste stappen te zetten. Sinds vorig jaar heeft de schaatsbond ook een data-analist voor de breedtesport in dienst: Wouter van der Ploeg. Daarmee krijgt nu ook de samenwerking met Innovatielab Thialf extra inhoud, specifiek gericht op de breedtesport.
“Onze inzet voor topsport snapt iedereen, want innovatie is nodig om medailles te blijven winnen. Maar wij kunnen ook voor de breedtesport meehelpen het verschil te maken”, zegt Inge Stoter van Innovatielab Thialf. “Om het sportaanbod te verbeteren, richten wij ons samen vooral op de vorm: wat voor wedstrijden bied je aan? Hoe kun je het aanbod vernieuwen? Moet je naar meer teamonderdelen toe?
Kun je meer competities tussen clubs organiseren? Zou je prestaties op een alternatieve wijze kunnen meten, zodat niet alleen de gereden tijd heilig is? En wat kunnen wij met gamification of AI?” Allemaal vragen waarop de KNSB en Innovatielab Thialf het antwoord willen vinden.
Voor komend seizoen wordt ingezet op twee vernieuwingen voor de breedtesport. Trouw: “We gaan nadenken over een nieuwe prestatiemaat, waarbij niet alleen de gereden tijden de uitslag bepalen, en een nieuwe wedstrijdvorm voor jeugd.” Voor die jeugdvariant zoeken de KNSB en Innovatielab Thialf aansluiting bij Hogeschool Windesheim.
Voor het nadenken over een andere prestatiemaat is ook de Technische Universiteit van Eindhoven ingezet. Aan de Data Challenge Week van de TU/E deden recent tientallen data-scientists uit heel de wereld mee, van Amerika tot India. “Zij hebben tienduizenden wedstrijduitslagen geanalyseerd, afkomstig van alle kunstijsbanen in het land”, zegt Inge Stoter. “Hoe verhoudt een tijd die je rijdt op De Uithof zich tot een tijd op Thialf? Als je zo’n alternatief scoringssysteem zorgvuldig samenstelt, kom je tot een nieuwe prestatiemaat die ongekende mogelijkheden biedt.”
“Denk aan een landelijke wedstrijd, waaraan echt iedereen kan meedoen: jong en oud, op elk niveau”, vult Trouw aan. “Het helpt ook om beter inzicht te krijgen in je eigen prestaties in het seizoen. Bij zo’n wedstrijd kun je op alle banen tegelijk starten en dankzij het scoringssysteem kun je je eigen prestatie vergelijken met iedere andere deelnemer. Misschien heeft de pupil uit Geleen het die dag wel het beste gedaan, of een master uit Den Haag. Iedereen kan winnen. Hoe mooi is dat?”