De Van Tuyllbeker wordt ieder jaar uitgereikt aan de sportbond met de meest opvallende sportprestaties. Volgens NOC*NSF-voorzitter André Bolhuis was er geen discussie mogelijk over de ontvanger van de prijs voor het afgelopen sportjaar.

"Naast het feit dat we een vracht aan langebaanschaatsmedailles behaalden bij de Olympische Spelen in Sotsji, kon ook de allereerste olympische shorttrackmedaille genoteerd worden. Helaas ging het voor de shorttrackrelay in Sotsji fout, maar deze mannen revancheerden zich geweldig op het WK dat kort na de Spelen plaatsvond door daar de wereldtitel op te eisen."

De Van Tuyllbeker werd bij het tienjarig bestaan van het Nederlandsch Olympisch Comité in 1922 in het leven geroepen. De toenmalige NOC-voorzitter, baron Van Tuyll van Serooskerken, stelde de beker beschikbaar als wisseltrofee. Sindsdien won de KNSB de prijs al negentien keer. Alleen de zwembond won vaker (twintig keer).

Bij de ledenvergadering werden ook de gebroeders Mulder onderscheiden met de Pahud de Mortanges Trofee, de prijs voor de meest voorbeeldige olympische sporter of sportploeg.