“Ik kan niet wachten tot het oktober is”, zegt een glunderende Koek. “Het gaat allemaal anders worden. We krijgen ineens twee kinderen, dan ben je vanzelf bezig met de toekomst.”

Voor Koek was het afgelopen winterseizoen erop of eronder. Na een jaar waarin hij door overtraining en een hersenschudding tijdens de selectiewedstrijden alle grote wedstrijden misliep, wilde hij zich, vanuit de opleidingsploeg onder leiding van Dave Versteeg, opnieuw in het Nederlands team rijden. 

“Begin oktober zat ik er niet ver van af, maar was het net niet. Bij het NK wilde ik het nog één keer proberen.” Koek eindigde als negende en greep naast de wereldbekertickets.

“Iedere keer moet je terug komen, terwijl ik eigenlijk al een stap verder had willen zijn. Je wilt niet moeten vechten voor een wereldbekerticket, maar voor goede klasseringen in de wereldbekers”, aldus Koek. “Mijn niveau is niet toereikend genoeg. Ik vind dat ik te weinig vooruit ben gegaan. Dan moet je je conclusie trekken.”

Koek kijkt met plezier terug op zijn jaren bij de nationale ploeg. In 2006 kwam hij onverwachts opzetten. “In één klap werd ik vierde bij de NK en belde de bondscoach. Drie dagen later zat ik in het vliegtuig naar de WK teams. Dat was een mooi moment. Ik stond er heel onbevangen.”

Vanaf 2007 maakte hij onderdeel uit van de shorttrackselectie onder leiding van de Canadees John Monroe. “We vertrokken met de jongens naar Heerenveen, zonder dat we wisten wat ons te wachten stond. Het is een mooi proces geweest. Met John hebben we veel bereikt. We reden toen 7 minuten en 15 seconden op de aflossing, nu 6.38. Dat zegt genoeg over de structuur die is gecreëerd”, aldus Koek, die met het relayteam in 2009 beslag legde op Europees zilver.  

De Olympische Spelen zitten er, tot zijn spijt, niet meer in voor de voormalig shorttracker. “We hadden Vancouver moeten halen”, aldus Koek, die het betreurt dat hij tijdens het Olympisch kwalificatietoernooi in 2009 naar huis vertrok omdat hij geblesseerd was.

“We gingen er vanuit dat we zouden gaan en dus was het belangrijk dat ik fit zou worden. Achteraf had ik nooit moeten vertrekken. Je wint samen, maar je faalt ook samen. Dat had ik met de jongens willen delen.”

Inmiddels heeft Koek het schaatsen achter zich gelaten en is hij bezig met de kinderkamer. “Met een tweeling kan het sneller gaan dan bij een eenling. We willen alles op tijd afhebben”, aldus Koek, die dit jaar zijn studie commerciële economie wil afronden en daarnaast op zoek is naar een baan. “Een ander leven is de volgende stap. Dit zorgt er wel voor dat je uit het zwarte gat blijft.”