Een jaar geleden was Leenstra reserve voor het WK Allround in Heerenveen. Een ondankbaar slot van een mislukt seizoen. Even leek het erop dat Elma de Vries af zou zeggen en Leenstra haar plaats in zou mogen nemen. Dat gebeurde niet.

Dus vertrok ze op de dag dat het WK-feest in schaatstempel Thialf losbarstte naar de tochtige ijsbaan De Westfries in Hoorn om daar mee te doen aan de NK Afstanden voor neo-senioren (senioren jonger dan 23 jaar). Na maanden in de ploeg van TVM onder haar kunnen gepresteerd te hebben liep het in Hoorn ineens weer. Ze won er de 1500 en 3000 meter. En dat bleef niet onopgemerkt.

Leenstra is er vast van overtuigd dat haar goede rijden op dat NK haar behoedde voor een sportieve terugval. “Als Hoorn slecht was gegaan dan had ik nu in Gewest Friesland gereden en had het er heel anders uitgezien. Dan was ik me meer op mijn studie gaan richten en minder op het schaatsen.” Maar Hoorn verliep goed. Oud-trainer van Leenstra bij Jong Oranje, Jan van Veen, nam haar op basis van haar rijden bij het NK op in zijn Hofmeierploeg en bracht haar terug naar de wereldtop.

Het afgelopen jaar heeft haar veranderd. “Ik kan nu veel meer genieten van de dingen eromheen. Vroeger ging ik absoluut niet twee dagen voor een groot toernooi nog even de stad in. Ik dacht dat dat slecht was voor de benen. Ik lag dan in bed te rusten”, blikt ze terug. “Nu ga ik gewoon een kopje koffie drinken – decafé – en ik wil niet meer alles wegcijferen voor een wedstrijd.”

Dat neemt niet weg dat Leenstra tevreden is met zomaar meeschaatsen. “Ik wil wel altijd beter.” En dus rekent ze zich tot de favorieten op de 1500 en denkt dat het podium op de 1000 er ook in moet zitten, ook al zal het snelle ijs van Inzell eerder in haar nadeel dan voordeel werken. “Ik moet het hebben van die laatste ronde, daar pak ik tijd op de sprinters die stilvallen, maar op snel ijs komen die vaak die laatste ronde wel door.”

Mocht ze geen wereldkampioen worden dan is haar seizoen toch meer dan geslaagd. “Het blijft een 9.” Het belangrijkste vindt ze dat ze bij Hofmeier een wijze les heeft geleerd. “Ik weet ook dat het anders – slechter – kan gaan, maar ik besef nu wel dat het na een zo’n periode altijd weer beter zal worden.”