Toch is Leenstra, die in de aanloop naar het WK flink verkouden raakte, niet helemaal tevreden met die vierde plaats. "Je komt hier niet om vierde te worden. En natuurlijk weet ik dat ik niet een van de favorieten ben, maar je hoopt toch eigenlijk op wat meer."

Dat gold ook voor de 1000 meter. Op die afstand had Leenstra zich echt willen laten gelden, maar werd ze ook vierde. Aanvankelijk leek haar 1.16,18 een buitengewoon scherpe tijd, maar Jorien ter Mors dook er met ruim een seconde onderdoor en ook Brittany Bowe en Heather Richardson-Bergsma waren sneller.

"In vergelijking met vorig jaar was ik best wel snel", verwees Leenstra naar de World Cup van vorig seizoen in Seoul. "Ik was daarom heel blij na de race, maar uiteindelijk was het verschil best groot. Dat is jammer." Met de 500 meter was de Friezin wel tevreden.

Op papier lijkt een vierde plek niet ver van het podium, maar daar waar de drie dames in de top binnen 0,17 seconden van elkaar staan, moet Leenstra al 0,79 toegeven op Richardson-Bergsma. "Dat ga ik niet zomaar goedmaken. Dat moet een van hun echt een fout maken. Ik ga er natuurlijk wel voor, maar het wordt echt moeilijk."

Nog meer dan op het eindpodium richt Leenstra zich zondag op haar 1000 meter. De ideale race ligt wat haar betreft tussen die van zaterdag bij het WK Sprint en die van de WK Afstanden in. In Kolomna was ze zo hard gestart dat ze instortte aan het eind, in Seoul was ze niet fel genoeg geweest, vond ze. "Morgen moet ik wat agressiever van start."