De vrouwenkoers werd er eentje van hollen en stilstaan. De zes sterkste rijdsters kwamen al snel los van het pelotonnetje, maar keken vooral naar elkaar. Sofia Schilder, nummer twee in het klassement van de Marathon Inline Cup, werd nauwlettend in de gaten gehouden door leidster Patricia Koot. Teamgenotes Fleur Veen en Lianne van Loon deelden wat plaagstootjes uit, maar vaak zakte het tempo daarna gelijk weer weg. De achtervolgsters kwamen keer op keer terug.

Totdat Van Loon acht rondes voor het einde een serieuze uitbraak forceerde. Met een verhit hoofd en pijnlijke voeten door de warmte deed ze na afloop verslag: “Ik vind het leuk de koers hard te maken. Fleur en ik wilden steeds het tempo opvoeren om te kijken of we ze konden breken. Dat ik met acht rondes alleen op kop kwam, was te vroeg.” Hoewel het gat snel groter werd, reed Van Loon vol door. “Ik heb nog weinig ervaring met wegrijden en was bang dat ze terug zouden komen. Twee à drie rondes voor het einde wist ik dat het goed zat.” Met een ruime voorsprong kwam ze solo over de streep. Ze zocht snel een plek om te zitten, maar krabbelde even op om haar teamgenote aan te moedigen. Met succes, want Fleur Veen, herstellend van de ziekte van Pfeiffer, pakte de tweede plaats.

Van Loon pakte haar tweede zege van het seizoen in de Marathon Inline Cup.
Van Loon pakte haar tweede zege van het seizoen in de Marathon Inline Cup. | Foto: Neeke Smit

Autocross of inlinewedstrijd?

Een beetje onwennig stond de nummer drie van de dag op het podium: Tessa Snoek. “Dit was voor mij de eerste keer met het skeeleren”, aldus de winnares van de Alternatieve Elfstedentocht. “Op een gegeven moment was Lianne vertrokken. Ik keek achterom naar de andere vrouwen en dacht: ik ga gewoon. Met Fleur reed ik weg. Op het einde ging zij mij voorbij. Het leek bij mij niet meer op skeeleren die laatste ronde, maar het podium was binnen.” Toch had het niet veel gescheeld of inwoonster van Abcoude had niet eens aan de start gestaan in het Gelderse dorp. “Er was autocross in het dorp… En die afsluiting van de zomer is altijd erg gezellig. Ik laat altijd heel veel voor het sporten, maar hier ga ik elk jaar heen. Uiteindelijk heb ik toch besloten deze wedstrijd te rijden.” En niet voor niets…

Vol enthousiasme sprak Snoek over haar derde plaats.
Vol enthousiasme sprak Snoek over haar derde plaats. | Foto: Neeke Smit

De 20-jarige Patricia Koot won het klassement. “Aan het begin van de zomer had ik dat nooit verwacht en heb ik mezelf echt verbaasd. Ik heb goede wedstrijden gereden en ben heel blij met het oranje.”

Slechts dertien mannen stonden aan het vertrek van de Marathon Cup Inline Finale. Na enkele speldenprikjes ontstond een kopgroep van twee rijders: Marthijn Mulder en Luc ter Haar. Beiden hadden een ploeggenoot in het peloton – als we van een peloton mogen spreken – waardoor de meeste terugroepacties in de kiem gesmoord werden. Jorian ten Cate kwam nog in de buurt van het duo, maar kon de oversteek niet maken. Ondertussen werd de lucht steeds dreigender en besloot de jury het rondebord van vijf naar twee te zetten, zodat iedereen veilig kon finishen. Het teken voor Ter Haar om de sprint in te zetten. Met gemak troefde hij Mulder af. Net op tijd, want daarna brak het noodweer los.

Mulder kon 'uit de wind zitten' achter Ter Haar.
Mulder kon 'uit de wind zitten' achter Ter Haar. | Foto: Neeke Smit

Ter Haar: “Met de andere jongens uit mijn team heb ik een heel stabiel seizoen gedraaid. Het is mooi dat ik een aantal wedstrijden in het oranje heb mogen rijden en de beker mee naar huis mag nemen. Op de marathon was dit mijn beste skeelerseizoen, mede door mijn teamgenoten. Vandaag voelde ik me sterk en kon ik vertrouwen op mijn sprint, die de hele zomer al goed is. Het geeft helaas geen garanties voor de winter, maar ik weet dat ik fysiek in orde ben.”

Ter Haar vierde de prijs met zijn kinderen.
Ter Haar vierde de prijs met zijn kinderen. | Foto: Neeke Smit

De woorden van Anema...

Nummer twee van het klassement voor de finale, Kevin van der Horst, had plannen om het oranje van Ter Haar bedreigen. Maar de koers was nog niet eens halverwege of hij moest de strijd staken. “Ik weet niet precies wat er gebeurde, maar in de bocht maakte ik een buikschuiver. Waarschijnlijk blijft het bij schaafwonden, al heb ik een beetje last van mijn ringvinger. Het is de vraag hoe het de komende dagen gaat. En of het schaatsen maandag lukt, desnoods met een lycra pak in plaats van een rubberen”, vertelt de rijder van Albert Heijn Zaanlander, die zowel op zijn buik als op knieën bebloede plekken had.

Indirect bevestigt Van der Horst de woorden van zijn coach Jillert Anema, die wel klaar was met het gevaar van de skeelerwedstrijden door de vele valpartijen. “Dat is misschien wel het slechtste nieuws”, lacht de pure inlineskateliefhebber Van der Horst, maar hij voegt daar genuanceerd aan toe: “Ik snap zijn standpunt over de gevaarlijke parcoursen. Vorig jaar stonden we met negentig man aan de start van het NK in Rotterdam, dat had dit jaar in Poederoijen niet gekund. Veel schaatsers zeiden bij voorbaat al dat ze vanwege het risico op valpartijen niet wilden starten. Daar moeten we met z’n allen wat mee. Het is vervelend dat het bij ons team een paar keer mis is gegaan. Vorig jaar viel Jordy Harink in de chaos in Berlijn, tijdens het EK had Marijke een beetje pech…” Gelukkig lijkt de schade voor Van der Horst mee te vallen.