36.717,82 km. Dat zijn de magische cijfers kort na de klok van tien uur, wanneer de burgemeester van Winterswijk zijn ambtsketting uit de binnenzak van zijn jas tovert en zich gereedmaakt voor een korte speech. Tweehonderd mensen, variërend van nieuwsgierige toeschouwers, ongeduldige schaatsers die graag zelf van het natuurijs willen genieten, een handvol enthousiaste ijsmeesters en een vijftal cameraploegen drommen samen rond een picknicktafel op het terras voor de kantine die dienst zal doen als huldigingspodium.
Marathon-belofterijder Bart Vreugdenhil (27) blaast eens van vermoeidheid. Hij praat kort met zijn ouders en vriendin Sophie, maar verkeert vooral nog in een waas. Er trekt een pijnlijke grimas over zijn gezicht. Het lijden duurt langer dan dat uur op de smalle ijzers, zoveel is wel duidelijk. “Dit is pijn hoor”, zegt hij even later.” De kou heb ik onderschat, want het was onderweg onwijs koud. Mijn vingers doen niets meer en de koude lucht slaat op je longen. Ja, het was echt wel lastig.”
Een pad vol hindernissen is het geworden. Maandagavond arriveerde hij in het oosten van het land, en toen voelde Vreugdenhil zich al minder fris dan hij had gehoopt. “Vannacht ben ik een beetje ziek geworden. Er kwam vastzittend slijm en deze morgen had ik lichte verhoging. Gelukkig bleef de koorts binnen de grens: ik kon sporten. Maar wel jammer dat ik niet honderd procent fit was. Ach, dat hoort erbij. Als er ijs ligt, moet je gaan.” Plus, de grootste meevaller: hij had er onveranderd ontzettend veel zin in om een uur te rossen op de schitterende bevroren spiegel die de medewerkers van de Winterwijkse IJs Vereniging voor hem hadden neergelegd.
Oorspronkelijk zou Vreugdenhil om 8.30 uur zijn gestart. Dat lukte niet door problemen met de tijdwaarneming. “Precies hetzelfde euvel als bij mij destijds”, herinnert trainer, ploegleider en vertrouwensman Casper Helling zich nog. Hij schaatste in 2007 op het ijs van Salt Lake City het indoor-werelduurrecord van Henk Angenent naar de vergetelheid. “Vijf minuten uitstel werden er tien en nog meer. Eric Heiden (olympisch langebaankampioen op vijf afstanden in 1980, red.) was bij mijn poging aanwezig, als een van de weinige toeschouwers in de Olympic Oval. Gewoon publiek was er helemaal niet, alleen enkele oud-schaatsers. Heiden loodste me toen door die tijd dat ik moest wachten op mijn start.”
Helling leek zich vijftien jaar geleden te vergalopperen in de eerste fase. Hij reed zelfs in het eerste kwartier een nieuw persoonlijk record op de tien kilometer. “Daarna heb ik drie kwartier tegen mezelf geknokt, terwijl ik het voornemen had lekker te gaan schaatsen. Met lekker tussen aanhalingstekens….”, aldus Helling.
“Bart heeft het wel goed gedaan. Hij begon langzamer, waardoor hij wat moest inleveren, maar vervolgens schaatste hij zo strak rond als een Zwitsers uurwerk. Hij heeft geen moment gecommuniceerd dat hij het moeilijk had, al zag ik hem een paar keer uit zijn hoeken komen. Ook vroeg hij een keer om drinken, en een keer keek hij – halverwege ergens – moeilijk. Dat was logisch: op de helft doet alles zeer en dan moet je nog zo lang.”
Het meer dan zeventig jaar oude record is aan flarden gegaan. Zoals verwacht. “Ik denk niet dat het heel veel harder kan”, meent Vreugdenhil. “Als er iemand anders is die het zou willen proberen is het Mats Stoltenborg. Die wilde het vorig jaar al aanvallen. Hij moet zeker in de buurt kunnen komen.” Helling gelooft dat zijn pupil verder kan geraken. “Bart had geen topdag, getuige het berichtje dat ik vanmorgen om half vijf op mijn telefoon zag. Hij wilde zijn temperatuur meten, omdat hij zich niet lekker voelde. Hij heeft nu de ervaring, weet wat hij kan in een uur. Dat moest hij vandaag tijdens de race uitvinden. Maar goed, deze staat, het record is binnen, en da’s mooi.”
Of er een volgende keer komt? Bart haalt zijn schouders op. “Ik heb wel genoten, ondanks het afzien. Ik ben aardig verrot. Een marathon vanavond? Oh, ik zou niet weten of ik er dan bij ben. Denk het niet. Dit nog een keer doen? Hij twijfelt. “Daar zal ik over moeten nadenken…” Het zijn vragen voor later. "Ik heb nu eerst behoefte aan een warme douche!"