Vanaf april heeft Team Reggeborgh met Bosker een ander plan opgesteld door alternatieve accenten in zijn trainingswijze. Kleine aanpassingen om de schaatser er bovenop te helpen, wat effectief blijkt. “Patrick (Roest) en de andere mannen rijden wat ze altijd gedaan hebben en dat werkt prima voor hen. Bij mij was dat niet zo. Daarom is gekozen voor een schema dat op mij is toegespitst. Ik voel me weer veel beter, maar ik moet het ook in de wedstrijden laten zien”, begint de 27-jarige.
Bosker straalt vertrouwen uit terwijl hij zijn verhaal doet in de kantine van Thialf. Een groot contrast met het voorjaar in 2024. De resultaten vielen tegen en de allrounder leek de draad niet meer op te kunnen pakken. “Het ging slecht. Dat had te maken met fysieke klachten - ik was ziek en had last van het reizen - maar ook doordat ik niet goed in m’n vel zat. Daar kwam ik niet meer uit. Na drie rondjes voelde het alsof ik er tien gehad had, ik ontplofte meteen. Ik legde de schuld het liefst bij anderen. Maar uiteindelijk sta ik aan de start en niet mijn trainer of mijn vriendin. Nu realiseer ik mij dat het mijn eigen verantwoordelijkheid is en durf ik mezelf te confronteren met mijn fouten”, vertelt Bosker.
Er was geen duidelijk aanwijsbare reden voor zijn mentale problemen op de schaatsbaan. Het was een soort sleur, legt de wereldkampioen uit: “Het voelde alsof ik de hele tijd ziek kon worden, ik was alleen maar moe en veel aan het slapen. Toen het seizoen klaar was, kon ik ontspannen." Voor de allrounder bleek rust de remedie. “Ik ging op vakantie en kreeg weer zin om aan de slag te gaan en te trainen. Tijdens het seizoen heb ik te lang doorgemodderd en de signalen van mijn lichaam niet serieus genomen. Ik moest wat anders doen. ”
Hoe wist de Reggeborgh-rijder op het ijs de flow weer te vinden? “Ik had nooit het idee dat ik met dit trainingsschema mee kon rijden voor de topplekken, of dat ik het Patrick (Roest) moeilijk kon maken. Telkens plaatste ik mij op het randje voor de wereldbekers, maar ik bereikte niet meer dan dat. En dat is het voor mij niet meer waard. Daarom heb ik gezegd dat ik wat nieuws wilde proberen, met het risico dat het teleurstellend zou kunnen uitpakken. Ik kan een pr rijden, maar ook als laatste finishen. In elk geval grijp ik de kans om stappen te maken. En ik voel in mijn lijf dat ik die goede gasten in de toekomst kan verslaan.”
Mentaliteit speelt een belangrijke rol voor Bosker. Hij gelooft er weer in, al is hij nog niet lang bezig met dit hernieuwde plan. “Ik wil het liefst niet te veel in detail treden wat ik anders doe, want ik wil de concurrentie ook niet helpen natuurlijk, haha”, vertelt Bosker lachend. “Voor mij werkt het, dat kan voor iedereen anders zijn. In mijn geval is het echt een bevrijding. Ik ben blij dat mijn mening ertoe doet. Met krachttraining op de fiets interesseert het mij bijvoorbeeld geen reet als ik 10 watt harder fiets ten opzichte van een jaar daarvoor. Ik wil op het ijs zo hard mogelijk gaan en mezelf verbazen met de gedachte: wow, ik had nooit verwacht dat ik deze tijden zou kunnen halen.”
De in Zwitserland geboren schaatser zou andere keuzes hebben gemaakt met de kennis van nu. “Achteraf gezien zou ik vorig jaar een stuk eerder zijn gestopt en zou ik in Nederland zijn gebleven. Maar natuurlijk wilde ik naar het WK. Uiteindelijk werd ik 15e, ja, dan had ik net zo goed niet kunnen gaan. Dat sloeg me toen totaal uit het veld. Tegenwoordig weet ik dat mentale problemen ook een soort blessure zijn – dus dat moet je ook behandelen. Als ik last van mijn rug heb, beuk ik het liefst door, maar met mijn mentale gezondheid kan dat niet.”
Voor Bosker is het belangrijk dat psychologisch welzijn bespreekbaar is. “Ik moest eerst breken voordat ik erover ging praten. Ik hoop dat andere sporters hun klachten serieus nemen en zich eerder openstellen als dat nodig is. Het gevecht met jezelf aangaan om eruit te komen is niet het leukste proces. Maar uiteindelijk draait het om het plezier in het schaatsen. Als je hard door die bocht gaat en het ijs mooi raakt… Dat is het mooiste wat er is. Ik gun iedereen dat gevoel.”
Het is voor de allrounder te hopen dat hij rake klappen weet te maken op het WCKT, de opening van het langebaanseizoen. De wedstrijden zorgen voor druk, dat herkent Bosker. “Ik wil niet meer zoveel met prestaties bezig zijn, maar met mijn groei en stabiele ritten rijden. Je hebt geen invloed op wat de rest doet. Afgelopen jaren was ik daar te veel mee bezig. Nu gaat het om mijn individuele ontwikkeling en mezelf blijven uitdagen om aan de top mee te doen.”