Met het model wordt berekend hoe groot de kans is dat een schaatser succesvol zal zijn op een bepaalde afstand. De bond zal op basis van deze cijfers bepalen welke schaats(st)ers in Sotsji mogen rijden, zo meldt Telesport.
Omdat de KNSB op deze manier eerst de deelnemers voor de team pursuit aan kan wijzen, kan men voorkomen dat de ploeg gedwongen een vaste kracht moet missen, zoals tijdens de Spelen van 2010 in Vancouver het geval was met Erben Wennemars.
Sven Kramer, olympisch kampioen op de vijf kilometer, is erg tevreden over de recente ontwikkelingen. "Als je de ploegachtervolging serieus neemt en echt kans wilt maken op olympisch goud, moet je kunnen beschikken over de beste mensen", zegt hij.
Er zijn echter ook felle tegenstanders van de nieuwe manier van het toewijzen van startplaatsen. Control-coach Jac Orie vreest dat de verandering ten koste zal gaan van het aantal schaatsers dat uit mag komen op de sprintafstanden.
"Je moet voor de ploegachtervolging blijven kiezen uit de mensen die zich individueel voor de Spelen hebben geplaatst. Dat zijn immers de mensen in vorm", beweert de trainer.
Arie Koops, directeur sport van de KNSB spreekt in een reactie tegen dat de bond al een beslissing heeft genomen over hoe men de startplekken wil verdelen bij de komende Winterspelen.
"Het is daar nog te vroeg voor. We hebben afgesproken om pas na het ISU-congres in juni een besluit te nemen. Dit ook omdat er daar een voorstel dat door Nederland gedaan is, besproken wordt waarin we om toestemming vragen om een elfde man of vrouw speciaal voor de achtervolging mee te nemen", zegt hij.
Koops wijst er verder ook dat in de selectienormen van de Spelen van 2010 een passage stond, die de selectiecommissie te allen tijden over één aanwijsplek deed beschikken. Dit gold destijds ook voor de ploegenachtervolging.