Van den Bos, met z’n negentien jaar en een maand of negen nog even in de tienerjaren, zegt dat er sinds maandag weinig tijd is geweest om bij dat ogenblik stil te staan. “Ik weet wel dat ik naderhand met mijn hoofd ergens anders zat dan bij de training. De World Cup in Nagano, da’s even wat anders. Oké, uiteindelijk is het een 500 meter zoals alle andere die ik daar mag schaatsen, en in de B-divisie. Maar dat maakt helemaal niets uit. Ik ga het zien”, aldus de Haarlemmer die sinds dit jaar de kleuren van Team IKO-X2O draagt. Dinsdagmiddag stapte hij met de rijders van Team Albert Heijn Zaanlander in het toestel naar het land van de rijzende zon.

Je bent vanuit de junioren overgekomen. Dan denk je waarschijnlijk: eerst acclimatiseren, verder groeien en daarna zal het internationale werk pas beginnen.
Mats: “Dit seizoen zou een leerjaar worden, waarin ik geen verwachtingen of doelen aan had gehangen. Ik zie het allemaal wel wat er gebeurt, zei ik tegen de trainers. Laten we ons ding doen. Wat je ziet meestal mensen die zich een beetje verbeteren, of sporters die niet uit de verf komen. Ik had geen idee welke kant het met mij zou opgaan, of wat er mogelijk zou zijn. Het avontuur begon en op het World Cup Kwalificatietoernooi (WCKT) zat ik amper een tiende van de tickets voor de wereldbeker. Ik eindigde als zevende op de eerste 500 meter, daarna werd ik vijfde. Nou, ik kan je vertellen: daar dacht ik afgelopen zomer niet aan hoor. Dat me vervolgens maandag werd verteld dat ik richting Japan zou gaan, was als een droom.”

Mats van den Bos WCKT 2024
"De coaches zeggen steeds:'Maak je maar niet druk. We weten dat je goed kunt schaatsen.'" | Foto: Soenar Chamid

Is dat zo? Ik begreep dat je op de teampresentatie al sprak over 34’ers rijden.
“Ja, dat werd aangehaald door een journaliste, die me vroeg wat mijn doelen zouden zijn. Zij begon over een 500 meter in 34 seconden.”
Oh, oké. Je staat wel bekend als iemand die erg serieus bezig is met zijn sport, bijvoorbeeld op het gebied van voeding en trainingsmethoden.
“Ja, daar was ik vroeg bij. Misschien helpt het me, mogelijk ook niet. Dat zal de tijd uitwijzen. Feit is dat ik supergoed ben opgevangen in de ploeg. Alles wordt haarfijn uitgelegd en ik kan of mag alle fouten maken die je kunt bedenken. De staf haalt heel erg de druk van de ketel, als het om presteren draait. ‘Laat je niet gekmaken. We weten dat je goed kunt schaatsen’, is me gezegd. Dat geeft vertrouwen.”

Erik Bouwman 2024

Erik Bouwman: 'Op de 1000 meter kan hij straks ook goed uit de voeten'

Erik Bouwman zal op afstand de verrichtingen van Mats van den Bos volgen. De Groninger blijft in Nederland om met de thuisblijvers van IKO door te trainen. De gebroeders Martin en Erwin ten Hove zijn de coaches die deel uitmaken van de TeamNL-delegatie in Japan. Bouwman neemt later dit seizoen de wereldbekerwedstrijden in Noord-Amerika voor zijn rekening.

Hij is zeer benieuwd naar Van den Bos, een “jonge en talentvolle schaatser, maar dat is niets nieuws. Wat me aanspreekt is zijn winnaarsmentaliteit, die brengt hem nu al in de World Cup. Dat is hartstikke mooi”, meent de oud-bondscoach van Duitsland en Korea. Van den Bos veroverde begin maart 2024 de nationale sprinttitel voor Junioren-A, met een minimaal verschil op de nummer twee. “Als Mats geen kampioen zou zijn geworden, zou hij ook naar IKO zijn gegaan”, beweert Bouwman. “Verleden jaar kwamen we al terug van het NK Junioren met een lijstje namen waarop de zijne heel hoog stond, terwijl hij toen nog een A1-junior was. Het waren niet zozeer de uitslagen die ons interesseerden, wel de manier waarop hij bewoog op het ijs en daarnaast schaats-technisch in de smaak viel. Hij sprong in het oog op toernooien voor senioren waaraan hij meedeed, ook door zijn houding. Ik vond dat hij toen al alles had wat je bij een sprinter wilt zien.”

Hoewel Van den Bos in Nagano aantreedt op de 500 meter (vrijdag de eerste, zondag de tweede), denkt Bouwman dat de Noord-Hollander binnen niet al te lange tijd ook erg goed tevoorschijn zal komen op de 1000 meter. “Hij heeft in het voorseizoen de grootste sprong op dat nummer gemaakt. Hij had 1.11,7 en vloog op het WCKT naar 1.10,0. Dankzij de enorme snelheid die hij op de 500 meter kan ontwikkelen – hij nadert de grens van 34 seconden al - had hij een sterke opening op de 1000. Je zag echter ook dat hij die afstand nog beter onder de knie moet krijgen, qua indeling. Maar dat zit er zeker in.”