Naast Swings doen ook Ferre Spruyt en Nele Armée aan het Essent EK in Boedapest mee. Beiden zijn net als Swing van oorsprong inline-skaters en net als hij proberen ze de Olympische Spelen van Sotsji te halen. En daarvoor hebben ze hun levens ingrijpend veranderd.

Armée is eigenlijk inspecteur bij de politie van Brussel. “Ik heb nu drie maanden onbetaald verlof opgenomen en ik leef op kosten van mijn ouders.” De 23-jarige heeft bovendien onder de vleugels van de marathonploeg beteropenhaardhout.nl een kamer genomen in Hoorn. “Daar kan ik meetrainen met de ploeg van Mariska Huisman. Dat is mooi, maar de trainingen zijn niet ideaal voor het langebaanschaatsen.”

In 2007 probeerde Armée het ook al op de schaats, maar door blessures kwam het er niet uit en na het seizoen stopte ze, pas achttien jaar oud. Drie jaar lang deed ze niet aan sport. Daarna begon het toch weer te kriebelen. Eerst op de inline-skates en nu staat ze ook weer op het ijs.

“Het eerste doel is om te leren schaatsen. Ik doe nog zoveel fout. Het uiteindelijke doel zijn de Spelen van 2014.” Armée hoopt de komende jaren nog meer aan haar techniek te kunnen werken, misschien zelfs bij een Nederlandse ploeg. Ze heeft nog wat tijd om door te groeien. “Ik heb nog vijf jaar onbetaald verlof dat ik op zou kunnen nemen.”

Ook Ferre Spruyt heeft het roer omgegooid voor zijn Olympische droom. “In overleg met mijn vrouw ben ik gestopt met werken. Ik was klusjesman bij een groot bedrijf. Ik kon er altijd vrij nemen voor het skeeleren, maar met het schaatsen erbij ging dat natuurlijk niet.”

Voor Spruyt dringt de tijd om nog een serieuze overstap naar het schaatsen te maken. Dat beseft hij zelf ook. “Ik word binnenkort 26. Het is dus een beetje een nu-of-nooitsituatie.”

Gelukkig voor Armée en Spruyt heeft Swings met zijn prestaties van vorige winter wat subsidie bij de Belgische en Vlaamse sportinstanties Bloso en BOC los weten te peuteren. Het is daArmée nog altijd geen vetpot voor de Vlamingen. “We zijn nog altijd op zoek naar sponsoren”, vertelt Spruyt.

De betere omstandigheden hebben er al wel voor gezorgd dat de schaatsers langer op trainingskamp konden. “Onze thuisbaan is Eindhoven. Voor mij betekent het dat ik ’s middags anderhalf uur moet reizen voor anderhalf uur training. Gelukkig zijn we nu een aantal keer vier weken op trainingskamp geweest en waren we ook met de World Cups op stap.”

Voor beide Belgen duurt het allroundtoernooi maar drie afstanden. Armée werd negentiende in het klassement en mag de afsluitende vijf kilometer niet rijden. Spruyt had geluk en mocht op het nippertje de derde afstand bij de heren rijden. Voor de 1500 vallen er namelijk vijf rijders af om het programma niet te lang te laten worden. Spruyt stond 26e in het klassement, maar wist de negentiende tijd op de vijf te rijden. Dit was genoeg om de plek van Simen Spieler Nilsen op de mijl in te nemen.

Om de Olympische Spelen in 2014 te halen hebben beide Belgische rijders nog een grote stap te maken. Dat weten ze. Spruyt: “De vorige keer was de limiet voor de vijf kilometer iets van 6.25. Mijn persoonlijk record ligt daar nu tien seconden boven. Dat moet lukken.”