Maar eerst even dat toernooi van dit weekend in Thialf. Als titelverdediger wordt Scheperkamp automatisch bestempeld als favoriet, maar die rol schuift hij vakkundig van zich af. “Er is er maar eentje topfavoriet”, doelt hij op de vier jaar jongere Jenning de Boo. “Daarachter zitten wat mannen die voor het podium kunnen gaan, daar reken ik mezelf ook toe. Een foutje is in zo’n toernooi snel gemaakt, misschien zit dan zelfs de winst er wel in.” Tot zover de inleidende beschietingen voor het EK, het toernooi dat amper aan bod komt in het gesprek met de sprinter van Team Essent. Hij maakt een ontspannen indruk, zoals hij dit seizoen rustiger en sterker overkomt dan in voorgaande jaren. Een kwestie van ervaring - Scheperkamp draait hoewel hij slechts 24 jaar oud is al zes jaar mee in de ploeg van Jac Orie – maar ook van persoonlijke groei.

De voorgaande jaren stond hij voor en na wedstrijden regelmatig stijf van de spanning bij een prullenbak om zijn maaginhoud erin te deponeren. “Niet heel chill”, vertelt hij op de eerste verdieping van het Van der Valk-hotel in Wolvega. “Op zo’n moment is het vervelend. Ik ben gefocust op een wedstrijd, het stadion zit vol en er staan camera’s op je gericht. Ik wil gewoon mijn ding doen. Mijn wedstrijden werden niet per se minder omdat ik moest overgeven, maar het voelde niet relaxed. In de trainingen merkte ik verschil met hoe ik me voelde bij wedstrijden, al kan ik me in een leeg stadion ook dusdanig opfokken dat ik moet overgeven.”

Scheperkamp stond onder hoogspanning, voornamelijk door druk die hij zichzelf oplegde. Zodra de televisiecamera’s aan stonden en het publiek op de tribunes zat, zette hij zichzelf onder hoge druk met het gevolg dat het lichaam een manier zocht om van die stress af te komen. Overgeven dus. “Er zijn mensen die zeggen dat ze geen druk voelen, dat het ze niks boeit. Dat kan wel zo zijn, maar onbewust speelt het altijd mee. Dat soort teksten zijn alleen een manier om je te verschuilen.” De geboren Hilversummer heeft deze zomer proberen te dealen met de stress die hem regelmatig in de greep hield. “Het lukt aardig om de druk nu om te zetten in iets positiefs.”

Ik schrijf in een boekje en ben aan het mediteren
Merijn Scheperkamp

Dat doet hij door middel van mentale trainingen die hij ingebakken heeft in zijn schema. “Het begon al door er gewoon over te praten. Daarnaast schrijf ik in een boekje en ben ik aan het mediteren om rustig te blijven. Er zijn talloze dingen die je kunt toepassen, maar uiteindelijk moet ik het wel doen.” Een simpel tussendoortje? Nee, eerder een belangrijk onderdeel van zijn programma als topsporter. “Ik zie het als een normale training, net zo belangrijk als krachttraining in het honk. Ik werk er elke week aan en merk dat het voor mij heel goed werkt. Ik kan de discipline opbrengen om er echt tijd in te steken.”

Al blijft het ook met dit soort zaken zoeken naar balans. “Ik probeer er niet te veel een ding van te maken, een ritueel. Dan komt er voor mij juist meer spanning op te staan en voelt het als moeten. Ik schrijf positieve gedachten op, negatieve gedachten houd ik niet zo van. Ik reken mezelf al genoeg af op trainingen of wedstrijden als het niet goed gaat, dat krijg ik echt wel van mezelf te horen of – als het om iets technisch gaat – van mijn coach. Ik probeer de positieve mindset vast te houden, dat heb ik het afgelopen jaar geleerd.”

Merijn Scheperkamp op hoge snelheid door de binnenbocht
Een betere 1000 meter maakte Merijn Scheperkamp dit jaar een completere schaatser. | Foto: Soenar Chamid

Nadat Scheperkamp zich eind 2021 verrassend geplaatst had voor de Olympische Spelen in Beijing, specialiseerde hij zich nog meer op de 500 meter. Terwijl hij in de jeugd juist meer als allrounder bekend stond. “In mijn juniorentijd was ik redelijk goed op die 500 meter, je kiest als schaatser een afstand waar je in de basis het beste op bent. Ik vond het leuk en rolde er een beetje in. Het was niet eens echt een bewuste keuze.” Destijds een logische beslissing, maar met name vorige winter was de specialisatie op de kortste afstand niet genoeg om ook echt mee te doen op de 1000 meter. “Ik kwam inhoud tekort, had twee seconden verval in de laatste ronde. Na vorig seizoen heb ik met Jac besloten dat we het anders zouden doen.” Die verandering in het programma heeft zijn vruchten afgeworpen, zo bleek de afgelopen maanden. Scheperkamp reed in trainingen vaker mee met de mannen van de 1500 meter, nu de sprintkern van Team Essent uitgedund is.

Die zoektocht klinkt misschien als onaangename afleiding richting Milaan, maar Scheperkamp genoot juist van dat proces. “Dat is het mooie van de methode die Jac hanteert. Elk lichaam reageert anders op andere trainingen. Iedereen heeft zo zijn eigen dingen die helpen om een bepaalde waarde te verhogen. Voor mij is dat anders dan voor Chris (Huizinga, red.). Dat is een zoektocht waar ik passie voor heb, heel vet.” Het moet er in ieder geval toe leiden dat Scheperkamp dit seizoen vaker aan de goede kant van de streep zit. De vorige winter was namelijk niet slecht, maar de schaatser zat wel steeds net aan de verkeerde kant. “Alleen op de 1000 meter was ik minder, verder viel het mee. In wedstrijden reed ik nooit heel slecht. Ik greep op tweeënhalf honderdste naast plaatsing voor het WK Sprint, een honderdste van het WK Afstanden en zat vier duizendsten van het World Cup-podium. Als je die drie haalt, heb je het niet meer over een ‘weggooiseizoen’. Van mensen om mij heen hoorde ik dat het niet goed genoeg was, maar ik ben me altijd op mezelf blijven focussen en dacht: Zo slecht was het eigenlijk niet.”

Het past bij de nieuwe versie van Scheperkamp, die geleerd heeft om ook blij te zijn met zijn prestaties als het een keer geen gouden medaille oplevert. “Dat is topsport, dat is schaatsen en sprinten. Je hebt te maken met kleine verschillen, daar ben ik me van bewust. Ik kan daar moeilijk gefrustreerd over raken, mijn schaatsen in de hoek gooien en boos op mijn kamer zitten. Zo zit ik niet in elkaar, denk dat het mijn kracht is dat ik goed kan relativeren.”

Met die kracht begint Scheperkamp dit weekend in Heerenveen als titelverdediger aan het EK Sprint. “Dat is een herinnering die me voor altijd bij zal blijven”, aldus de schaatser, die daarnaast een HBO-studie Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek doet. “Ik weet nog dat Jutta (Leerdam, red.) vlak na die titel in Hamar tegen me zei: ‘Die pakken ze je nooit meer af.’ Zo zal ik er altijd mee omgaan. Voor mijn gevoel heb ik nog heel veel te bewijzen, ik heb nog niet zoveel bereikt. Als je mijn erelijst bekijkt heb ik twee titels gehaald: een Nederlandse en een Europese. Ik ben hier wel om nog iets meer dan dat te bereiken.”

Scheperkamp zien schitteren in Thialf? Dat kan, er zijn nog kaarten voor het EK Allround & Sprint.

Merijn Scheperkamp met Jenning de Boo en Tim Prins in Heerenveen
Scheperkamp met Jenning de Boo en Tim Prins op het podium van het NK Sprint. Die middelste is dit weekend bij het EK Sprint de echte topfavoriet, meent Scheperkamp. | Foto: Soenar Chamid