Na afloop viel Merijn Scheperkamp in de armen van zijn moeder en zus, terwijl zijn vader met zijn armen vanaf de tribune toekeek - "hij is wat chiller, maar ontzettend trots." De 22-jarige schaatser had zojuist zijn eerste titel bij de senioren gewonnen, het Europees Kampioenschap Sprint. “Ik ben heel erg blij dat het gelukt is. Er zat een enorme druk op die laatste rit. Vooraf zei ik dat je vier goede en constante races nodig had om te winnen. Ik ben driemaal tweede en eenmaal eerste geworden. Dan ben je de verdiende winnaar.”
Wie die stabiliteit miste, was Hein Otterspeer. Door een enorme misspeer op de 500 meter, verdwenen zijn titelkansen. “Heel zuur. Ik voel me verslagen.” Net als vrijdag viel hij bijna in het tweede gedeelte van de laatste bocht. “Ongeveer op dezelfde plaats. Daar komt de zamboni het ijs op en is het niet helemaal vlak. In die fase van de race kan ik al mijn vermogen kwijt en gaat het ook op het scherpst van de snede.”
Otterspeer had zich niet laten opjagen door de snellere opening van Scheperkamp. “Ik had het gevoel dat ik hem op kon vangen. Na de 500 had ik even gerust, mezelf laten behandelen en toen moest ik door. Je gaat en wil verder. Uiteindelijk ben ik op de 1000 meter wat mensen voorbij gegaan, maar je zit te wachten op de laatste rit in de hoop dat Merijn wat laat liggen.” Na brons en zilver op het WK Sprint (2013, 2015) en een tweede plaats op het EK Sprint (2021) ziet Otterspeer weer een hoofdprijs aan zijn neus voorbij gaan.
Voor Scheperkamp was het juist één van de eerste kansen op een internationale prijs. Op zijn eerste mondiale vierkamp bij de senioren ging hij na drie afstanden aan de leiding. “Van buitenaf is de druk nog nooit zo groot geweest. Er waren al veel verwachtingen van iedereen, omdat ik op het NK goed gereden had. Maar als jonge jongen zet je jezelf bij juniorentoernooien ook altijd onder druk.”
“Ik heb tijdens het gehele toernooi het geloof gehouden dat ik goud kon winnen. Het gat was vrijdag maar 0,14 seconden.” Met zijn familie zal hij zaterdagavond het feestje vieren tijdens een etentje. “Ik ben best moe, dus ik zal wel op tijd mijn bed induiken.” Met een olympisch startbewijs en zilver op het EK Afstanden vorige winter lag de lat dit jaar hoog om de prestaties te verbeteren. “Ik wilde afgelopen seizoen minimaal herhalen. We zijn goed op weg.”