Het was wennen toen Scheperkamp dit voorjaar bij het eerste trainingskamp in het oosten van het land weer samenkwam met de geel-zwarte brigade. Veel nieuwe gezichten en daarbij waren de belangrijke figuren die de Jumbo-ploeg de laatste jaren had, vertrokken of gestopt. Met Dai Dai N’tab en Kai Verbij gingen twee van zijn trainingsmaatjes weg. “Ik begin nu aan mijn zesde jaar bij Jac en in de voorgaande jaren waren er altijd wel schaatsers bij die grote prestaties geleverd hadden. Thomas Krol werd voor mijn ogen olympisch kampioen in Beijing, daarvoor waren Sven Kramer en Patrick Roest erbij. Dat is nu anders, al heeft Suzanne (Schulting, red.) een grote staat van dienst.”

Met de leegloop en komst van een aantal nieuwelingen is Scheperkamp uitgegroeid tot een van de meest ervaren schaatsers in de ploeg. “Ik ben een soort ervaren kracht, tegelijkertijd ben ik nog maar 24. In de korte tijd dat ik doorgebroken ben, heb ik al best wat meegemaakt.” Een rol als leider ziet Scheperkamp nog niet voor zich. “Daarvoor heb ik nog te weinig gewonnen of te weinig aanzien. Dat moet groeien. Als teamgenoten vragen hebben of ergens onzeker over zijn, dan heb ik wel de ervaring om daarmee om te gaan.”

De sfeer in de ploeg is als gevolg daarvan flink veranderd, merkt hij. “Iedereen is jong, iedereen is leergierig en wil graag nieuwe dingen proberen. Bij mensen op leeftijd en met veel ervaring zie je vaak dat ze terugvallen op hun oude rituelen. Het is goed om zo nu en dan uit je comfortzone te komen, daar staat iedereen voor open. Ik merk dat anderen de leidersrol proberen op te pakken. Sommige rijders drukten de vorige jaren best een stempel op de sfeer, in goede en slechte zin. Als er dingen niet goed geregeld waren of er iets niet goed ging, dan werd dat wel gezegd. Terwijl we naar mijn mening een heel professionele organisatie hebben. Het is hartstikke goed geregeld.”

Merijn Scheperkamp voert de Jumbo-trein aan in Thialf
Ontspannen voert Scheperkamp de Jumbo-trein aan op de eerste dag met zomerijs in Thialf. | Foto: Neeke Smit

Klagen, daar deed Scheperkamp niet aan. Hij probeerde zich ervoor af te sluiten. “Kijk eens wat voor baan we hebben, we fietsen en schaatsen in het zonnetje van Collalbo. Dat vind ik fantastisch. Je kunt ook in de Nederlandse regen zitten en ongelukkig zijn op je werk. We hebben het fantastisch voor elkaar.” Het is sowieso niet des Scheperkamps om zich te laten leiden door het chagrijn bij anderen. “Er gebeurde best wel wat bij de ploeg, maar ik heb me daarvoor afgesloten. Ik heb een leuke winter gehad, probeer het maximale uit mijn leven te halen en vind het zonde om dan heel negatief te doen. Ik heb met de mensen om me heen binnen de ploeg echt wel gelachen hoor”, weerspreekt Scheperkamp de suggestie dat het alleen maar kommer en kwel was.

Zelf beleefde de man uit Hilversum in 2023/2024 niet zijn beste seizoen. Hij omschrijft het als een net niet-seizoen. Het WCKT was hoopgevend, in de World Cups reed hij in de middenmoot. Op het Daikin NK Sprint waren er twee beter die een ticket voor het WK in Inzell pakten. Nadat zijn trainingsprogramma de vorige zomer gericht was op de 500 meter, traint hij nu meer omvang om beter op de kilometer uit de voeten te kunnen. “Mijn 1000 meters waren iets minder, deze zomer zat ik meer op de fiets, ik ben harder gaan trainen. Van nature ben ik een snelle jongen, maar ik moet wel load hebben in mijn training.”

Jumbo was lang de toonaangevende ploeg in schaatsland, maar staat anno 2024 met beide benen op de grond. “Het is ons doel om weer veel prijzen te pakken met veel schaatsers in onze ploeg”, aldus Scheperkamp. “Alleen daar moeten we wel de tijd voor krijgen. We hebben natuurlijk wel een paar toppers. Suzanne is een groot kopstuk, Isabel Grevelt, Joep Wennemars en Tijmen Snel zijn heel goed. Chris Huizinga is Nederlands kampioen. We hebben echt wat in onze mars, maar de echte wereldtopper zit er nog niet tussen. Daar werken we naartoe.”

Eerste schooldag in Thialf

Vorige maand stonden de meeste grote ploegen alweer op het ijs in Inzell, maar maandag opende Thialf voor het eerst deze zomer haar deuren voor de beste schaatsers van het land. De grote ploegen waren present voor de eerste trainingen op ‘zomerijs’, al blijft de huidige vloer gewoon liggen als de winter eenmaal begint. Alle systemen en processen om ijs te maken werkten weer uitstekend, volgens de ijsmeesters van Thialf.

“Ik vind het altijd lastig om iets over de kwaliteit te zeggen”, merkt Scheperkamp op. “We waren vorige maand in Inzell en begonnen daar zonder het ijsgevoel. Hier had ik meteen het idee dat het ijs best goed was, dan besef je pas dat het in Inzell iets minder is. We mogen niet klagen.”