Waar Stefan Wolffenbuttel in de laatste dagen van 2022 vooral belangstelling voor heeft? De weersverwachting voor nieuwjaarsdag. Die kan de hoop aanzwengelen dat een onmogelijk karwei op de Jaap Edenbaan, zijn vaste trainingslocatie, een iets kansrijkere operatie wordt. Bij de verwachte temperatuur van twaalf graden, een stevige regenbui en een puist wind die paraplu’s kapot kan blazen, zal het spoken op de openluchtijsbaan in Amsterdam-Oost.

Hij weet hoe dat is, de 29-jarige Landsmeerder die elke winter veruit de meeste rondjes schaatst zonder een dak boven zijn hoofd. Neem afgelopen woensdag, toen hij en zijn ploegmaten weer eens zo’n training beleefden in dat oer-Hollandse weer. De regen kwam als een zondvloed naar beneden gekletterd, en de windstoten die dwars over de baan gierden, verjoegen het idee dat schaatsen zo’n leuke wintersport is.

“We merkten direct weer wat voor invloed het had op de benen, de schenen en onze rug. Ik denk dat het helpt wanneer je vaker met dit soort extreme omstandigheden te maken hebt. Precies zoals het van pas komt als je week in, week uit in Thialf rijdt om makkelijker snelheid te krijgen. Wij kunnen makkelijker omgaan met de wisselende elementen”, aldus Wolffenbuttel, die eraan herinnert hoe Reggeborghs topspurter Gary Hekman – de voorbije weken onklopbaar in de sprint – in de marathon van Deventer uit de kopgroep wegviel als gevolg van de zware omstandigheden. “Hij kreeg zoveel last van zijn schenen dat hij niet meer kon volgen. Is het zondag twaalf graden en zacht ijs, dat zijn dat zaken die hem niet zullen helpen.”

Stel dat ook de hemelsluizen nog een keer goed opengaan en het wordt een race die niet meer valt te controleren. “Dan heb je spektakel en wegen die 150 ronden extra door. De snelheid zal wat lager liggen dan normaal, wat het eenvoudiger maakt aanvallen te pareren. Tegelijkertijd wordt het ook moeilijker een gat te dichten zodra er een groep is gaan lopen. Dat biedt kansen.”

Foto: Neeke Smit

Wolffenbuttel was op 1 januari van dit jaar een eenling (van Skate4Air) in de kopgroep van tien die tijdens het NK in Alkmaar het peloton dubbelde. Hij finishte na een meeslepende finale als zevende, op gepaste afstand van kampioen Jorrit Bergsma. Na de vijfde plaats die hij in 2017 in Hoorn behaalde was het de beste klassering op kunstijs voor de kerel die marathonman is geworden om heroïsche gevechten aan te gaan op bevroren meren, kanalen en plassen. “Ik schaats inmiddels acht jaar op het hoogste niveau, maar ik heb nog nooit een echte natuurijswedstrijd in Nederland kunnen rijden. Da’s toch wel raar, hè.”

Hij maakt allang van de nood een deugd. De landelijke competitie op kunstijs is geen straf; bovendien vindt Wolffenbuttel steeds beter zijn draai. “Er blijft vooruitgang zichtbaar. Vorig jaar zat ik voortdurend steady tussen de tiende en vijftiende plaats. Dat zijn geen resultaten om warm of koud van te worden. Zodra ik echter in de wedstrijden met een kopgroep kan meerijden die een keer ‘rondgaat’, nemen de kansen toe om eens of vaker een mooie uitslag te rijden. Je ziet het aan Luc ter Haar van Bouwselect: die ontpopt zich volledig. Tom den Heijer van Viehhofensport deed het al twee keer fantastisch in de ritten waar hij bij de eersten zat."

Foto: Neeke Smit