De concurrentie op de korte afstanden is groot. Mulder heeft zijn eigen ploeggenoten van team beslist.nl te vrezen en ook de sprinters van Jac Orie’s ploeg BrandLoyalty. "Het niveau is zo hoog dat je niet kan denken: ach, met een achtje is het ook voldoende", zegt de regerend wereldkampioen sprint.
Daarvoor zijn de belangen te groot. "Je moet het maximale geven, want anders ga je er niet naartoe. Je moet rijden alsof het de laatste race uit je carrière is", benadrukt Mulder.
Met alle mitsen en maren aan de kant durft Mulder wel toe te geven dat hij in goede vorm steekt en hoge verwachtingen koestert. "Ik voel me nu fitter dan eerder dit jaar", zegt hij. "En ik vind dat ik op de Spelen thuishoor, maar daar heb ik niets aan. Want wie horen daar thuis? Dat zijn de nummers één en twee van het KKT."
De manier waarop Mulder toeleeft naar het kwalificatietoernooi doet denken aan de voorbereiding op een WK, legt hij uit. De mindset, de trainingsschema's, alles is gericht op de ritten van komende week.
Met de druk die dat met zich meebrengt is Mulder, wereldkampioen op het ijs en op de inline-skates, wel bekend. "Ik heb er ervaring mee om onder grote druk te presteren, maar ook dat is geen garantie", blijft hij voorzichtig. "Ik moet het maximale eruit halen en als ik dat doe dan maak ik een goede kans."
Het KKT zal een wonderlijk toernooi worden, vooral qua beleving voor de sporters, denkt hij. "Voor het publiek wordt het geweldig, maar voor de sporters is dat anders. Er zijn er genoeg die nu denken: was het maar al voorbij. Als je doorgaat naar de Spelen heb je namelijk nog steeds niets gewonnen en als je niet doorgaat is je seizoen ten einde."
Er valt in letterlijke zin misschien niet te winnen, maar er staat wel degelijk veel op het spel, weet hij. "Je krijgt geen titel en geen medaille, maar je weet wel wat er op je te wachten ligt in Rusland."
En daar gaat het de komende week allemaal om. "Ik ben wereldkampioen in twee disciplines, maar ik wil in mijn loopbaan de Spelen zeker ook meemaken", zegt Mulder. En dus zal hij ervoor moeten rijden. En met het niveau van zijn concurrenten geldt maar één motto, concludeert hij. "Geen excuses, gewoon gaan."