Dat is, na amper twee weken trainen, geen verrassing. "Maar nog steeds is verliezen geen zak aan. Ik lach nu wel, maar gisteravond was ik gewoon ontzettend chagrijnig." Dat heeft vooral te maken met het feit dat hij het publiek in Heerde graag een overwinning had gegeven. Daarvan kwam het niet. Op de 300 meter werd Mulder achtste, op de 500 meter van zondag strandde hij in de halve finale. "Ik heb even een stapje terug gedaan, dat is wennen. En in dit deelnemersveld komt dat gelijk hard aan."

Het voelt niet goed. Nu hij als olympisch kampioen door het leven gaat, is er iets veranderd. "Ik merk dat mensen voor mij naar de baan komen. Dan wil ik ze graag iets geven. Dat valt me best zwaar, dat mag je best weten. Op de momenten dat het er écht om gaat, kan ik me beter afsluiten voor de verwachtingen van andere mensen. Als sportman hoef ik hier niet persé te winnen, maar dan wil ik het juist voor anderen doen. Op het moment dat ik als sportman wél wil winnen, kan ik me beter afsluiten voor verwachtingen van anderen."

"Natuurlijk weet ik dat ik nog maar net begonnen ben met trainen. De periode na de Olympische Spelen is ook zwaar geweest. Eerst twee weken lang van de ene huldiging naar de andere, toen een week vakantie en meteen werd ik ziek en kreeg ik een antibioticakuur. Ik merkte het al wel met de fietstrainingen deze week. De rest zat te peddelen, ik reed al met hartslag 160."

Hij had thuis kunnen blijven, realiseert hij zich, en eerst wat meer trainingsuren kunnen draaien. "Maar ik ben met de billen bloot gegaan. Daar ben ik nooit bang voor. Ik weet weer waar ik sta, weet weer hoe hard ik er voor moet werken om mijn topniveau te halen, dat is wat me dit weekend oplevert."

"Als ik nu niet had gebaald, had ik me zorgen gemaakt. De motivatie is terug. Vanaf nu ga ik hard werken." Dat begint komende dinsdag, als hij met team Beslist.nl op trainingskamp gaat op Mallorca.