‘"Zo, die jongens van Bouwselect/ De Haan Westerhoff zullen er komende winter ook wel staan." Het was zomaar een kreet uit het publiek langs het parcours op de skeelerbaan SV Rotterdam, toen na Christian Haasjes (afvalkoers) en Luc ter Haar (puntenkoers baan) ook nummer drie van de ploeg die als enige uit het schaatsmarathonpeloton serieus werk had gemaakt van de tombolo om de nationale inline-titels, goud kreeg omgehangen. Ronald Haasjes mocht op de slotdag als de afmaker fungeren in het strijdplan dat de drie samen hadden bedacht. Het liep uiterst soepel, die jacht op de punten, maar zo merkte Ronald terecht op: “Je moet het wel elke keer weer klaarspelen. Gelukkig liep het precies zoals we wilden.”

De ene Haasjes op 1, broer direct in zijn spoor en het slot op de deur in de persoon van Ter Haar die als nummer drie in de uitslag stond vermeld. De gedroomde apotheose voor het trio dat in korte tijd dikke sportvrienden is geworden. Nou is dat niet zo heel moeilijk met twee broers die elkaar door en door kennen, maar Ter Haar lijkt nu al een gezworen bloedbroeder van het duo. Jezelf wegcijferen is voor niemand een punt; vroeg of laat komt de beloning daarvoor terug, zo groot is het onderlinge vertrouwen inmiddels. Oftewel, zo raar was de eerder aangehaalde opmerking van een oplettende volger op het complex direct naast vliegveld Zestienhoven niet. Er groeit wat moois in de formatie van bouwers.

Foto: Neeke Smit

En dat vooral dankzij het inlineskaten, meende Ronald Haasjes. Dolgelukkig is-ie dat hij de zomerse maanden kan benutten om te ‘rolleren’, en dan bovendien met gelijk gestemden. Twee seizoenen behoorde hij tot de Reggeborgh-familie van atleten die lang niet allemaal verzot waren (en zijn) aan de energieverslindende trainingsvorm. Voeg daarbij de uiterst geringe belangstelling voor de discipline die coach Roy Boeve alle jaren aan de dag legt. Haasjes kon in die periode op skeelers weliswaar zijn uurtjes maken, het aantal wedstrijden waaraan hij in teamverband kon meedoen vond-ie eerlijk gezegd bedroevend.

“Wanneer je niet genoeg skeelert, kom je uiteindelijk tekort in de races. Nu trainen we minimaal een keer per week met z’n allen op de piste. Soms vaker. Voor dit NK hebben we meer gedaan. Het was te merken: we werden steeds beter, naarmate we meer kilometers wegtrapten”, vertelde de puntenkampioen die negen keer als eerste de lijn passeerde en zo een riante basis legde voor de zege. Hij roemde broer Christian nog eens. “Met hem in een ploeg rijden is supermooi. Maar ook met Luc loopt het perfect, we hebben er zo’n lol in. De afgelopen week skeelerden we veel, volgende week maken we weer meer uurtjes op de fiets om even wat in te halen. Zo houden we de zaak in balans.”