Aan het eind van deze winter raakte ze een in een kleine sportieve crisis. “Ik was na Calgary en ook na Moskou teleurgesteld. Ik zei tegen mijn trainer: ‘Wat heeft dat allemaal voor zin? Dat sprinten en dat allrounden?’”
Ze gooide de handdoek voor de Essent WK Afstanden niet in de ring, maar benaderde de 1500 meter wel heel laconiek. “Ik heb nog nooit echt gepresteerd op de afstandskampioenschappen op de 1500. Ik was een keer derde, maar toen werd Kristina Groves gediskwalificeerd, dus die medaille tel ik niet mee”, zei ze. “Ik had eigenlijk niets te verliezen, want ik dacht van tevoren: als ik geen medaille win dan is dat niet abnormaal.”
En dus voelde Nesbitt geen druk voor de mijl en kon ze ongedwongen de tijd van Ireen Wüst aanvallen. “Ik had, anders dan in Berlijn, een plan en ik moest zoals altijd zorgen dat ik voldoende snelheid zou houden in de laatste ronde. Dat lukte.”
Met het winnen van de 1500 meter poetste Nesbitt niet alle teleurstelling van het seizoen weg, want ze had heel graag ook als sprintster en allroundster gewonnen. “Ik ben zo’n ontzettende middenafstandsspecialist”, verzuchtte ze. “That sucks.”