De Nederlandse ploeg trok woensdag vanuit Heerenveen per fiets naar Ootmarsum, waar deze week een deel van de basis wordt gelegd voor het nieuwe seizoen. Dat gaat gepaard met nieuwe energie na een zwaar seizoen en een teleurstellend wereldkampioenschap in eigen huis. De ploeg vertrok zonder de nog herstellende Suzanne Schulting en Jens van ’t Wout, maar met de nieuwe leden Daleman en Van Oorschot. De opstart, zoals Kerstholt het noemde, is altijd hectisch. Naast de wisselingen van de selectie moest Annie Sarrat het veld ruimen na afloop van het seizoen. De Frans-Canadese assistent-coach was populair bij de sporters. Na een evaluatie werd echter besloten de samenwerking te stoppen. Het besluit kwam voor velen als een verrassing.
“Je hebt allerlei radertjes die een geheel vormen”, zegt Kerstholt over het besluit afscheid te nemen van Sarrat. “Annie was heel goed, een deskundig lid van het team. Maar alle radertjes in het geheel moeten wel bij elkaar passen. Als je merkt dat er onderling ruis ontstaat, dat het energie kost en dat de energie wegloopt, moet je je beraden op het vervolg. We hebben daar vaak over gesproken. Ook al is het een radertje van diamant, want dat was ze wel… Als het niet past, moet je zo’n pijnlijke keuze maken. Niet leuk, maar ik heb gemerkt dat dit bij mijn werk hoort.”
Tegen datzelfde liep Kerstholt aan toen hij de selectie moest samenstellen voor dit seizoen. Na lang beraad werd afscheid genomen van Niels Kingma en Sven Roes. Vooral het vertrek van die laatste leidde tot commotie. De Fries kampte de afgelopen twee jaar met blessures. De medische staf investeerde veel tijd om hem weer fit te krijgen en werd – nu hij echt op de weg terug is – uit de nationale selectie gezet. Roes én Kingma blijven overigens met de groep meetrainen en krijgen de kans zich te bewijzen, benadrukt de bondscoach. “Ik moet me aan de limiet van achttien sporters houden”, zegt hij. “Als je selecteert, is het onvermijdelijk dat er ook mensen afvallen. Dat is een moeilijke puzzel, geen leuk karwei. Ik stuur jongens weg die zich in potentie in de World Cup-ploeg kunnen rijden.”
Het hoort volgens Kerstholt in de topsportbeleving: iedereen moet elke dag progressie laten zien, gretig zijn en presteren om een plek in de selectie te behouden. “Als het iets minder hard gaat, of als de plaatsingswedstrijden minder goed gaan, dan kan het ook snel klaar zijn”, zegt Kerstholt, “Als je geobsedeerd en fanatiek bent, kun je de benodigde scherpte opbrengen. De boog kan niet het hele jaar gespannen staan, maar je ziet wel dat sommige mensen meer uit zichzelf halen en iets scherper evalueren wanneer ze zich moeten bewijzen.”
De komst van de getalenteerde Van Oorschot en Daleman in het team kan omschreven worden als een logische zet. Hoewel, lange tijd leek de weg naar het nationale team voor Daleman niet bepaald open te liggen. Het multi-talent wil graag op hoog niveau shorttracken, maar steekt nooit haar liefde voor het langebaanschaatsen onder stoelen of banken. Een plek in de selectie van Kerstholt - die zich eerder nadrukkelijk uitsprak tegen de combinatie van shorttrack en langebaanschaatsen - lag daardoor lange tijd niet voor de hand.
Nu Daleman, Suzanne Schulting en Selma Poutsma een langebaancontract hebben gekregen bij Jumbo, is dat verzet verdwenen. Schulting wil haar activiteiten op de langebaan vooral gebruiken ten behoeve van het shorttracken, Poutsma en Daleman daarentegen willen de competitie opzoeken met de collega’s op de 400-meterbaan. Bang dat het trio opgeslokt wordt door het langebaanapparaat van Jumbo is Kerstholt niet. “Nee, shorttrack blijft het belangrijkst”, verzekert hij. “Ik vind het niet verkeerd dat ze hun eigen weg kiezen, niet helemaal in het keurslijf zitten. Soms vinden sporters het lekker iets anders te doen. Als het voor ze werkt, is dat winst.”
Maar verliezen Schulting en Poutsma niet de focus op hun belangrijkste discipline als ze de smaak te pakken krijgen op de langebaan? “Dat kan”, zegt Kerstholt, “Wanneer iemand echter de hele tijd op één ding focust en er daarna tegenaan hikt waardoor ze het moeilijk kan opbrengen, dan schiet het ook niet op. In dat geval kun je zeggen dat er te weinig afwisseling was.” Kerstholt onderhoudt contact met coach Jac Orie van Jumbo om af te stemmen hoe de programma’s met elkaar lopen. “Het enige nadeel is dat ik meer overleg moet voeren: de consequentie van multidisciplinair werken. Wanneer kan een sporter met Jumbo meetrainen? Wij zijn leading, ze draaien ons programma”, stelt hij. “Ze willen langebanen, dat kan. Een kwestie van goed afstemmen.”
Het geven van deze vrijheid aan Schulting, Poutsma en Daleman is één van de lessen die Kerstholt uit het voorbije WK in Ahoy trok. Met goud in de vrouwenaflossing en twee zilveren medailles op de individuele nummers was het niet bepaald een vetpot voor de ploeg die een jaar eerder bakken met eremetaal bij elkaar harkte. “De spanningsboog stond té strak”, zegt Kerstholt twee maanden later. “Je moet het relativeren. Vorig jaar viel alles onze kant op, nu ging het net anders. Dan moet je niet doen alsof we heel slecht zijn. Kijkend naar de rondetijden en de ontwikkeling van sporters gaat de lijn omhoog. Dat voltrekt zich echter met pieken en dalen. Daar wil ik grip op krijgen door af en toe iets meer ontspanning in te bouwen.”