Over de eindzege van Bart Hoolwerf bestond op dat moment al geen twijfel meer. Zijn ploeg Reggeborgh had de voorbije dagen met ijzeren vuist geregeerd over het peloton, ook al zat het venijn van de Vier van Noord-Holland hem in de staart. Hoewel het na vier dagen koers en drie dagen van massasprints ook op de slotdag alsof het met 25 ronden te gaan opnieuw op een sprint uit zou draaien, was dat aan Maikel Stam en Jeroen Janissen niet besteed. Zij gingen ervandoor en Den Hertog zette even later de achtervolging in.
Met vereende krachten lieten de ploeggenoten van VGR Vreugdenhil, Okay Interfarms en Royal A-ware zich vervolgens een voor een afzakken om hun vooruitgeschoven pionnen te helpen. Stam blies zichzelf op, waarna Den Hertog en Janissen samen voor de overwinning streden. Naast Harink voor Royal A-ware was het Jorian ten Cate van Okay Interfarms die het langst bij zijn kopman kon blijven. Beiden reden in de laatste vijf ronden nog in ondersteuning, wat volgens de reglementen niet toegestaan is.
In eerste instantie werd dus alleen Den Hertog kind van de rekening. Den Hertog was daarover duidelijk: “Zeg daar dan wat van voordat ik bij het podium sta. Dat moet zo snel mogelijk en er waren daar ook een aantal momenten voor. Ik heb niet het idee gehad dat ik hulp heb gehad die Jeroen niet heeft gehad. Als je die mening hebt, dan moet je ons er allebei uithalen. Dat is op zijn minst een gelijke uitleg van de regels. Als je dat niet doet, vind ik dat gewoon kansloos.”
Intussen had Janissen ook tot zijn eigen verrassing de dagzege cadeau gekregen. “Een heel gekke afloop van een zware vierdaagse, aangezien het niet echt mijn wedstrijden waren. Vandaag hebben we er echt alles aan gedaan om een kopgroep te vormen. Dat lukte in de laatste tien rondjes. Het was een moment van niks eigenlijk. Het was het laatste wat ik kon proberen.”
Het was geen wanhoopspoging, gaf de 27-jarige schaatser aan. Daarvoor was hij zich teveel bewust van het feit dat Essent en Reggeborgh na vier dagen koers niet meer de krachten om de koers te blijven controleren. Over het ploegenspel in de finale en de klucht die zich naderhand voordeed sprak ploegleider Ron Neymann hem naderhand toe: “Je hebt gewoon een supergoede wedstrijd gereden. Laat het maar even over je heen komen. Winnen is winnen, dus je gaat maar mooi op het podium staan en ervan genieten.”
Dat genieten bleek slechts van korte duur, toen later op de avond ineens bleek dat zijn ploeggenoot Bart Swings de dagwinnaar bleek te zijn. Daarmee leek de kous, met rode kaarten voor Harink en Ten Cate en declasseringen voor Den Hertog en Janissen, af.
Den Hertog bleef ook naderhand nuchter. “Dat moment van blijdschap op de finish komt niet meer terug. Wat er nu ook gebeurt, ik ga met een zure nasmaak weg. Ik ga ook niet ineens een gat in de lucht springen als ik hoor dat het wordt teruggedraaid. Wel hebben we een mooie finale gehad en ik denk dat ik verdiend heb gewonnen. Of als eerste over de streep ben gekomen…”
Bij de chaos rond de ontknoping van de Vier van Noord-Holland werd de eindstand in het klassement haast vergeten. Bart Hoolwerf schreef die dankzij een vijfde plaats in de slotwedstrijd op zijn naam, met ruim voldoende voorsprong om Swings en Luc ter Haar van het lijf te houden. Casper de Gier maakte het feest voor Reggeborgh compleet door de zege in het sprintklassement te pakken.
De rol als sprintkopman kreeg die laatste door ploegleider Roy Boeve in de schoenen geschoven. “We kwamen bij elkaar en Roy vroeg wie er ambitie had. Het enige handje omhoog was van Bart, maar toen zei Roy stoïcijns dat we voor mij gingen rijden. Toen moest ik wel even schakelen. In mijn huidige rol voel ik me goed, al wil ik stiekem natuurlijk ook wel eens iets winnen. Dat is tenslotte al van mijn beloftentijd geleden.”
Hoe dan ook was het resultaat op het ijs zichtbaar. De Gier reed alle dagen voor de sprints, met Hoolwerf als zijn schaduw om punten af te vangen voor de concurrentie. “Ik ben gewoon blij natuurlijk”, sprak De Gier achteraf. “Beide klassementen pakken was ons doel. De een zegt ‘overmoedig’, de ander ‘grote bek’, maar het ging hartstikke goed en daar ben ik dik tevreden mee.”
Voor De Gier was het een bevestiging dat hij een goed seizoen draait. “Dit seizoen kan ik elke wedstrijd mijn bijdrage leveren. Vorig jaar kwam ik uit een heel andere situatie en was ik grillig. Er zaten goede koersen tussen, maar ook wedstrijden dat de benen bij een keer aanzetten al vol liepen. Nu kan ik veel doen en gaat het goed.”