No worries, dreams do come true.
Dan denk je: weer zo’n algemene oneliner, leuke woordspeling met haar achternaam, verder heeft het weinig inhoud.
Maar nee, zo zit Nederlands beste kunstschaatsster van dit moment niet in elkaar. Sinds ze een klein jaar terug haar eerder door blessures afgebroken topsportcarrière nieuw leven heeft ingeblazen, handelt ze precies naar die Engelse slogan op haar Instagram-account. Zorgen belemmeren, dat weet ze inmiddels al te goed, en juist daarom heeft ze zich vol overgave gestort op dat tweede deel: dromen laten uitkomen. In Wories’ geval zijn dat de Olympische Spelen. Erbij willen zijn in Milaan om het beste van zichzelf te kunnen laten zien. Daar werkt ze zich een slag voor in de rondte.
Dat doet ze ook anders dan ze ooit gewend was. Uiteraard gaan er honderden uren op aan de geijkte training, op het ijs, in de gym, bij de fysio of in het contact met mental coaches: die vormen de basis van het geheel. Toch zoekt ze ook paden op die minder gangbaar zijn in deze schaatsdiscipline maar een paar procent progressie kunnen opleveren. Een voorbeeld: het plotseling in het seizoen omgooien van de korte (verplichte) kür, omdat een voorstelling waarin ze meer expressie kan leggen, beter ontvangen wordt door de jury. Waarmee Wories misschien nóg verder weg stapt van de gebruikelijke methoden, is de fietstraining die ze na het komende Europees kampioenschap in Tallinn implementeert in haar weekprogramma.
Het idee erachter klinkt logisch. “De impact van langdurig en vaak op het ijs bezig zijn is groot, met name bij atleten die in deze sport iets ouder zijn, zoals ikzelf. Kunstschaatsen is voornamelijk voor jonge rijders en rijdsters op wie de trainingswijze en schema’s worden gebaseerd. Er wordt niet verder gekeken, aangezien de meesten op jonge leeftijd alweer stoppen. We hebben dat in Nederland gezien met Lindsay van Zundert. Toen ik in 2024 opnieuw begon met de intentie een aantal jaar mee te kunnen, realiseerde ik me dat het anders moest worden aangepakt. Ik stelde me de vraag wie er succesvol zijn met schaatsen in dit land. Langebaners en de shorttrackers dus. Wat nou als ik dingen zou doen waar zij veel aan hebben? Ik heb gezien dat er veel wordt gefietst, wat een lichaam minder belast maar toch fit houdt.”
Wories informeerde bij de nationale shorttrackploeg, en van Friso Emons kon ze zijn oude racefiets overnemen. Technisch directeur Remy de Wit van de KNSB legde contact met een krachttrainer in Thialf die een schema uitdokterde voor de Almeerse ijsartieste. “Het is niet alleen bedoeld om een rondje in de buurt te rijden. Ik wil komende zomer ook op trainingskamp in het buitenland. Dat zie je kunstschaatsers zelden doen, die staan het hele jaar door op de baan. Juist de afwisseling werkt bevorderlijk. Het zou leuk zijn bij de shorttrackers te mogen aansluiten wanneer die in juni voor hun eerste stage naar Bormio trekken, of zo.”
Stukje bij beetje vallen puzzelstukjes in elkaar. Het is voorsorteren op de olympische droom, die alleen haalbaar is wanneer Wories voldoendes scoort. In termen van kunstschaatsen: aan de limieten voldoen die uitzending rechtvaardigen naar het wereldkampioenschap, eind maart in Boston. Waar het op neerkomt, is dat ze de technische scores op de korte kür en het vrije programma iets moet opkrikken. De uitvoering van de sprongen blijkt nog niet constant genoeg. Met name op de combinatie van twee drievoudige sprongen in de korte kür laat ze (te) veel liggen en ook de passenserie kan netter.
“Ik heb er al een paar keer dichtbij gezeten. Maar het is steeds net niet, en dat is irritant. Het zijn stomme foutjes en minnetjes die ik krijg op bepaalde onderdelen in de küren, wat onnodig is. Tijdens de training voer ik het allemaal uit zoals het moet, foutloos dus. Ik zou liever hebben dat ik dat in de wedstrijden overtref.” Zonder enige gereserveerdheid: “Dit is zeker iets mentaals. Want fysiek ben ik sterker dan ooit. Mentaal kan ik stappen maken. Vandaar dat ik tegenwoordig met twee mental coaches werk om dat bij te spijkeren. We doen dat niet op regelmatige basis; als ik behoefte heb aan contact, is er soms een paar sessies. Voel ik me sterk, dan spreek ik hen minder vaak.”
Vorige week deed ze mee aan de Bavarian Open in Oberstdorf (Dui). “Ik was het meest klaar voor mijn optreden dit seizoen, stapte zó zelfverzekerd het ijs op, maar het kwam er niet uit. Heel vervelend. Weten dat je het gaat doen omdat je er onvoorwaardelijk in gelooft en het dan niet doen, dat vind ik nog erger. Ik ben een kampioene, dat moet ik bewijzen.” Praten mag. Daden horen er wel bij, bij voorkeur nu in Estland waar ze woensdag begint met het korte programma. Iemand die zichzelf een kampioene noemt, moet in Boston present zijn. Heel beslist: “Daar zal ik staan. En op het EK moet ik me niet te veel concentreren op de klassering. Twee heel goede küren rijden, dat is waar het om gaat.”