Een doorsnee winterse dag in Thialf. Op het middenterrein maken shorttrackers onvermoeibaar hun rondjes, in de kantine hangen plezierschaatsers napratend rond onder het genot van een kop chocolademelk en op de 400-meterbaan verzamelen een paar talentenploegen zich voor hun training. Onder hen drie Egyptische vrouwen: Sondos (20), Shahd (19) en Marla (19). Zij maken deze week in Heerenveen kennis met de wondere wereld van het langebaanschaatsen en zetten daarmee een volgende stap in hun grote droom: een Olympische medaille winnen.
Dat is mogelijk door het Center of Excellence van de ISU, dat voor langebaners en shorttrackers gevestigd is in Heerenveen. Met dit instituut – dat voor alle disciplines is opgericht - probeert schaatsfederatie ISU de mondialisering van het schaatsen te stimuleren. Geert Kuiper is coördinator en staat op het ijs, maar heeft Jan Blokhuijsen bereid gevonden om de Egyptische rijdsters te trainen. “Met anderhalve knie kan ik die meiden niet laten zien hoe ze een bocht moeten schaatsen”, merkt Kuiper, die bij de grote toernooien in Thialf ook als speaker werkt, op.
Nadat Sondos, Shahd en Marla een voor een binnen sjokken en hun tas neerzetten, begroeten ze Blokhuijsen en Kuiper verontschuldigend. Ze zijn te laat, ondanks dat ze in een hotel op steenworp afstand van Thialf verblijven. In de cornerbelt doen ze met Blokhuijsen een paar oefeningen en dan is het tijd om de schaatsen aan te trekken. Huurexemplaren uit de shop van Haico Bouma voldoen prima voor de expeditie van deze jonge vrouwen. Sondos trekt de schaatshoezen met Friese vlag van de ijzers en zoekt naar houvast op het ijs. Het is nog geen routine, dat is duidelijk. Het is ze vergeven, dit is pas de vierde dag van hun kennismaking met het ijs.
Het drietal begon hun carrière op skeelers. “Dertien jaar geleden begon ik met skeeleren, het heeft mijn leven veranderd”, vertelt Sondos, die net als de anderen woonachtig is en studeert in Caïro. Ze trad toe tot het nationale team onder leiding van coach Christine Wissa en mocht al twee keer meedoen aan het WK. “Ik ben nationaal kampioen in Egypte, heb zilver gewonnen op het Afrikaans kampioenschap en heb twee keer het WK mogen rijden.” Skeeleren is in Egypte een kleine sport. Vorig jaar werd er voor het eerst een piste aangelegd, maar die voldoet niet aan de maatstaven in Europa. Vandaar dat de focus vooral op de wegonderdelen ligt. “Verder trainen we vooral op slecht asfalt om een voetbalveld heen of op een groot parkeerterrein voordat het winkelcentrum opent.”
Na een onwennig begin krijgen ze het steeds beter te pakken. “Zij kwam maandag helemaal nog niet vooruit”, zegt Kuiper terwijl hij wijst naar Marla. Zij was twee jaar geleden klaar met skeeleren en stopte, maar kreeg de smaak weer te pakken toen de aankondiging gedeeld werd dat Egypte met een afvaardiging naar Heerenveen zou komen om te proeven van het schaatsen. Geïnteresseerd luisteren ze naar de aanwijzingen van Blokhuijsen, die tweeënhalf jaar geleden stopte met schaatsen en in de periode daarna afstand nam van de sport. “De laatste tijd kreeg ik steeds meer de behoefte iets terug te doen voor de sport”, zegt de olympisch kampioen van Sochi. Hij geniet er zichtbaar van om de skeelertalenten te begeleiden in hun ontdekkingsreis op de ijsbaan. De liefde voor de sport en de motivatie om anderen iets bij te brengen overheerst bij de 35-jarige, die voornemens is zijn trainerspapieren te halen. “Hij kan zo aan de slag als bondscoach van de Egyptische schaatsers”, grapt coach Wissa, die achter haar atleten aan vloog naar Nederland.
Blokhuijsen is het nog niet verleerd, sierlijk zweeft de oud-stayer over het ijs om te laten zien hoe het moet. Marla, Shahd en Sondos volgen zo goed mogelijk zijn voorbeeld. “We kregen een dag voor onze aankomst te horen dat Jan ons ging trainen, ongelofelijk”, zegt een van de meiden. “Ik kon m’n oren niet geloven dat hij olympisch kampioen was, hij heeft ons echt verwend sinds we hier zijn. Hij heeft pannenkoeken voor ons gebakken, we zijn koffie met hem gaan drinken en hij heeft ons uitgenodigd om met hem te lunchen. Hij is geweldig.” Of ze wisten wie Jan Blokhuijsen was en wat hij in zijn carrière bereikt had? “Nee, geen idee.”
Na een lange trainingsweek, waarin de vrouwen elf keer op het ijs staan, rijden ze zondagavond een wedstrijd. Een Egyptisch kampioenschap, met de 500 en 1000 meter, om erkenning af te dwingen bij de ISU. In totaal zal er twee keer een dergelijk kampioenschap gehouden moeten worden. “De kunstschaatsers van Egypte zijn al aangesloten bij de mondiale federatie, maar dat is voor de langebaanschaatsers niet het geval”, vertelt Wissa, die in het dagelijks leven werkt als oncoloog en voor coachingwerkzaamheden bij zowel de inline- als de schaatsbond aangesloten is. “Komend seizoen gaan we nog een keer naar Thialf om nog zo’n kampioenschap te houden.
Ze nam vorig jaar al een kijkje in Heerenveen en zag het direct als de ideale uitvalsbasis voor schaatsend Egypte. “We hebben hier de beste faciliteiten tot onze beschikking en kunnen werken met de beste trainers”, vervolgt ze. Inlinebond Egypt Skate en schaatsbond Ice Skate Egypt hebben allebei zeggenschap over het project, vandaar dat de jonge vrouwen tussendoor ook nog op de skeelers staan. “Onze sprintster Shahd werd vorig jaar elfde van de wereld op de 100 meter, bij de mannen hebben we een jongen die zeventiende werd op het WK. We moeten naar de top-tien of zelfs top-vijf om in aanmerking te komen voor subsidies van de overheid. Daar werken we nu met beperkte middelen ontzettend hard voor.”
De schaatsexpeditie in Thialf moet zorgen voor erkenning binnen de ISU, maar is vooral een manier om jonge sporters te laten dromen van een olympische medaille. “Dankzij Jildou Gemser van de ISU, Freek van der Wart van de KNSB en de inspanningen van Geert en Jan kunnen we dit realiseren”, spreekt Wissa een dankwoord uit. “Zij kunnen dromen van de Olympische Spelen en het is mijn droom om ze daarbij te helpen.”
Hoe onwennig het er soms ook uitziet op het ijs, de meiden kunnen er smakelijk over vertellen en zijn enthousiast over de ervaring die ze opdoen. Ze flirten met de val en moeten zich overgeven aan dat risico. “Het glijden is helemaal nieuw voor ons en de ijzers zijn dun”, vertelt Sondos even later. “Met wieltjes hebben we veel meer grip.” Op de rechte stukken slagen ze er aardig in de juiste afzet te vinden, in de bochten is het lastig om de schaatsen juist op het ijs te zetten en met vertrouwen door de bocht te gaan. “Zonder snelheid lukt dat helemaal niet”, voegt Kuiper toe, die de vrouwen aanmoedigt om met iets meer gang op de intimiderende binnenbocht af te gaan. Gedurende de training krijgen ze steeds meer de smaak te pakken en lopen de bochten zienderogen beter. “Stel je voor dat wij naar een ander continent reizen om iets geheel nieuws te leren”, gaat de coördinator van het ISU Center of Excellence verder. “Wij kunnen ons niet voorstellen welke hordes zij moeten nemen om hier te komen en zoveel te leren binnen korte tijd.”
Dat het inlineskaten geen olympische status heeft en waarschijnlijk ook niet snel zal krijgen, zorgt ervoor dat steeds meer nationaliteiten naar Thialf afreizen om te proeven van het schaatsen. “Een meisje uit Portugal die hier twee jaar geleden begon zoals deze vrouwen, heeft een paar weken geleden goud gewonnen op het WK Junioren”, schetst Kuiper het succes van de Center of Excellence. Het startpunt is een route van vallen, opstaan, opnieuw vallen en vervolgens weer opstaan. “Iedereen in Egypte wil in de schoenen van deze meisjes staan”, zegt Wissa. “Het is moeilijk deze route te bewandelen, maar ze willen zó graag. Dat het een grote uitdaging is, maakt het nog leuker om er volledig voor te gaan. Ze worden mentaal sterk, leren veel over hun lijf en de schaatssport. Ze krijgen niets op een presenteerblaadje. Hier leren ze het meest van.”
Zondag is dus het Egyptisch kampioenschap. De verwachting van Sondos? “De eerste dag deden we 50 seconden over een rondje, de dag daarna was het 43 seconden. Het gaat steeds harder, maar daar draait het niet eens echt om”, weet ze. “Heel veel leden van het nationale team willen in onze schoenen staan, deze ervaring zullen we nooit vergeten. Winnen is mooi, maar niet het belangrijkste. Dat we hier zijn is een mijlpaal in de ontwikkeling van Egypte als schaatsland.”