In Deventer begint JB besturingstechniek volgende week aan een groot avontuur: de Top Divisie. Van de vijf rijders kwamen er slechts twee eerder uit op het hoogste niveau: Jaap Ketelaar en Ronald Kruijer. Voor Johan Knol, Pieter-Jorn Gemser en Wierd Osinga is het allemaal nieuw. ''Dat zal nog even schrikken worden voor die jongens’’, zegt Ketelaar met een grijns. ''Zij hebben alleen nog in de Eerste Divisie gereden, en dan gaat dit toch allemaal een stuk sneller.’’

Lammert Huitema kan dat alleen maar beamen. ''In de Eerste Divisie konden ze in de laatste vijf ronden nog even naar voren rijden. Dat kun je op het hoogste niveau wel vergeten. Daar begint de strijd al twintig ronden voor het einde en het tempo ligt dan zo hoog dat wegrijden praktisch onmogelijk is. Ik hoop dat de jongens daar snel aan kunnen wennen. Aanpikken op een hoger niveau is belangrijk voor hun ontwikkeling.’’

Huitema doet zijn verhaal in de Lindeboom in Appelscha, waar zijn ploeg zich deze avond aan de buitenwacht presenteert. Het is een nieuwe formatie, die volgens Huitema een leegte opvult, namelijk het gebrek aan een echte noordelijke ploeg op het hoogste niveau. ''Want die’’, weet Huitema, ''is er niet meer.’’ Onbegrijpelijk vindt hij dat. ''Toen ik zelf nog reed kwamen er elf A-rijders uit Groningen, nu niet eentje meer. En een oorzaak? Zeg het maar, ik weet het niet. Ik denk alleen dat het een soort golfbeweging is.’’

En dus vond Huitema dat er weer zo’n team moest komen met rijders uit Grunn. Afgelopen winter op de Weissensee werd de aanzet gegeven, waarbij een formule werd bedacht met een doorstart voor het team van Groen Talent, waarbij Huitema vorig seizoen nog betrokken was. ''We gaan nu de competitie in met hulp van die licentie, maar dat is na dit seizoen wel afgelopen’’, realiseert Huitema zich. ''Betekent dat we dit jaar vooral moeten werken om ons te handhaven. Dat is echt het belangrijkste doel.’’

En geen onmogelijk doel, vindt Huitema. ''We mikken op de tiende plaats in het ploegenklassement. En dat kan. We hebben drie, vier jongens die tussen plaats tien en plaats dertig kunnen rijden. En misschien komt daar incidenteel ook wel een klassering in de top tien bij.’’ Op natuurijs wordt er iets verwacht van Ketelaar en Osinga. Vooral van de eerste verrast dat Huitema enigszins. ''We dachten dat hij beter zou zijn op kunstijs, maar het is precies andersom. En Wierd Osinga reed vorig jaar op de Weissensee al goed. Hij is echt een diesel.’’

Na een goede zomer heeft Huitema vooral een prettig gevoel. ''Het is een heel leuk stel jongens, en ik heb het goed naar mijn zin met ze. Weinig trammelant, gretig om te werken. Nu ben ik echt nieuwsgierig naar wat ze kunnen op het ijs.’’

Dat geldt ook voor Jaap Ketelaar, de enige rijder die is overgebleven van Groen Talent. ''Ik heb het gevoel dat ik toch weer beter ben geworden, een stapje heb gemaakt, en dat wil ik graag op het ijs terugzien.’’ Ook Ketelaar voelt zich lekker in de ploeg. ''Ik vind het vooral heel leuk dat ik mag schaatsen met Wierd Osinga, die ik al ken sinds ik me kan herinneren. En nu zitten we samen in één ploeg. Maar het klikt met iedereen goed. Dat is een prima basis voor prestaties.’’