Een paar races voor zijn eigen start had de schaatser van Team Reggeborgh zijn grootste concurrent Kjeld Nuis net als een dag eerder 35,4 zien noteren. Geen tijd om heel nerveus van te worden. “Het enige wat ik toen dacht was: als ik hier 34,4 tegenover zet is het onmogelijk voor hem om het klassement te winnen”, begint Mulder teneergeslagen. 

Na een razendsnelle opening van 9,5 - rapper dan tijdens de eerste omloop - reed Mulder al op de kruising naast directe tegenstander Lennart Velema. De schaatser van Team IKO, die op grote achterstand van Mulder reed, noteerde met 35,16 de derde tijd. Dat de eindtijd van Mulder dus een ruime 34’er zou zijn geweest, is aannemelijk. “Ik wil zelf geen tijd noemen, maar ik was goed op weg. Het heeft zelden zo lekker gevoeld tijdens een rit. De laatste bocht kon ik ook hartstikke hard doortrappen. Ik had alleen een klein missertje op links bij het uitkomen, dan kom je met rechts op een blokje en ga je onderuit. Dan ben je weg, het is heel zuur.”

Na een ontmoeting met de boarding en wat ronddraaien op de rug kwam Mulder tot stilstand op het het rechte eind, waar hij enige tijd verslagen bleef zitten. Ook in het stadion was de verbijstering voelbaar. “Het is vooral mentaal een klap, ik ben super teleurgesteld.”

Foto: Hidde Muije


Compleet door elkaar geschud

Ondanks zijn valpartij besloot Mulder wel meteen van start te willen gaan op de afsluitende 1000 meter, maar na een gesprekje met de fysio bleek dat er niet in te zitten. Op de 500 meter startte hij namelijk in de laatste rit, maar hij zou door zijn valpartij alweer in de eerste rit van de 1000 meter het ijs op moeten. Dat gaf de sprinter een kleine 35 minuten om zich voor te bereiden. “Ik voelde dat ik compleet door elkaar was geschud, dus ik wilde eerst maar eens kijken of ik nog heel was. Het is dan gewoon roekeloos om zo snel alweer op honderd procent te gaan rijden.”

“Het heeft trouwens ook geen zin. Dan rijd ik misschien 1.11 en dan denkt iedereen: zie je, hij is niet goed genoeg. Ik heb mijn schaatsen niet eens meer kunnen checken, dus de programmering laat ook niet toe dat ik even mijn frustratie eruit kan schaatsen”, vervolgt Mulder, die na de race in het krachthonk van Thialf nog wel even werd aangesproken door Nuis. “Op deze manier wil ik niet winnen, zei hij. Het is wel aardig van hem en hij meent het ook hoor. Hij is een oud-ploeggenoot en een leuke vent, maar wat kan je ermee? Ik denk dat ik hier Nederlands kampioen had moeten worden en ik kan er van alles over zeggen, maar het is niet aan mij nu."

De selectiecommissie van de KNSB is de enige partij die Mulder nog wel naar het WK Sprint zou kunnen helpen. De beruchte 'aanwijsplek', die in bijzondere gevallen wordt vergeven en waar ook na de KPN NK Afstanden uitvoerig over werd gediscussieerd, zou hier namelijk van toepassing kunnen zijn, mits Team Reggeborgh zich meldt met dat verzoek. 

“Zelf wil ik daar niks over zeggen, ik heb er genoeg gedoe over gehad de afgelopen maand”, beschrijft Mulder de poging van zijn ploeg om een startplek tijdens de World Cup in Calgary voor hem af te dwingen. “Dan krijg je nu: ‘Mulder wil weer een aanwijsplek’, en daar wil ik niet afhankelijk van zijn. Ik had het toernooi naar me toe moeten trekken, dat is het zure ervan. Buiten of ik me plaats voor het WK had ik hier een Nederlandse titel kunnen winnen. En ja, die had ik heel graag gepakt.”