“Zelf ben ik blokjeslegger sinds 2015 en coördineer ik het vanaf 2021”, steekt Hessel Koot van wal. “Alles hebben we gedraaid: EK’s, WK’s, de coronawedstrijden zonder publiek. Alleen het grootste evenement ontbreekt nog: de Olympische Spelen. Wanneer dat om de hoek georganiseerd wordt… Dat zou wel de kroon op het werk zijn.”
“Bij grote wedstrijden krijgen we vaak complimenten van de hoofdscheidsrechters: ‘Als we in Nederland zijn, hebben we geen omkijken naar de blokjesleggers'", vertelt Koot over de aanleiding. “Daardoor begon het te leven bij ons. Zullen we niet proberen naar de Olympische Spelen te gaan? Ik trok twee jaar geleden de stoute schoenen aan en begon met een lobby.”
Omdat Koot ook livestreamcommentator is bij shorttrack en langebaan, vond hij verschillende ingangen. Zo heeft hij veel contact met de ISU Event Director, Hugo Hernhoff, die zijn nummer deelde met de Italiaanse bond. Ook het hoofd van de shorttracksectie bij de ISU is benaderd met de vraag of ze iets voor het team zou kunnen betekenen. Als echte lobbyist zorgde Koot daarnaast voor positieve aanbevelingen van de scheidsrechters. “Zij schrijven na afloop van de wedstrijd altijd een verslag. Meerdere keren heb ik gevraagd of ze er iets over ons wilden inzetten.”
Helaas heeft de Italiaanse schaatsbond andere plannen. Een groep plaatselijke rijders wordt opgeleid om de blokken te leggen voor het belangrijkste shorttracktoernooi. Volgend weekend, als de World Tour Milaan aandoet, mogen ze zichzelf bewijzen. “Ik mag het natuurlijk niet zeggen, maar het zou ons niet heel slecht uitkomen als er een foutje in zou sluipen, waardoor de bond uiteindelijk voor zekerheid gaat en ons kiest. Die hoop heb ik stiekem.”
Terwijl de Italianen weinig ervaring hebben op de grootste podia, draait het team van Koot al jaren mee. “Voor dit werk moet je een stukje inzicht hebben. Weten hoe de races lopen en wanneer je wel of niet een blokje kunt pakken. Daarnaast moet je verstand hebben van het ijs, want aan jou de taak om te zorgen dat het zo goed mogelijk blijft tussen de ritten door. Er wordt weleens vergeten hoe weinig tijd er tussen de ritten zit, soms slechts 45 seconden. Dan moeten wij al onze taken hebben uitgevoerd: blokjes verleggen, water op de baan, vegen. Die rijders moeten zo min mogelijk wachten.”
Tussen de ritten door verleggen de blokjesleggers, of in het Engels track stewards, de bochten. Steeds schuift de bocht iets op, zodat het ijs na een rit geprepareerd kan worden. Met de bezems gaan de blokjesleggers over het ijs om de zachte bovenlaag eraf te halen. Vervolgens wordt er lauwwarm water opgegooid dat de beschadigingen opvult. Omdat de bocht steeds verschuift, heeft het water drie à vier ritten de tijd weer te bevriezen. De blokjesleggers staan daarvoor in nauw contact met de ijsmeester. Is het ijs te zacht, te hard, moet er meer of juist minder water op? Hoe kouder de baan, des te gemakkelijker het aanvriest en hoe minder werk er is. Ook bij de reparatie van gaten in het ijs assisteren de blokjesleggers met blussers, ijs en bezems.
Tijdens de races moeten de stewards alert zijn op blokjes die wegschieten. De een raapt het blokje op, de ander legt een nieuwe op de juiste stip. Een klusje dat binnen enkele seconden geklaard moet zijn, want dan komen de rijders er alweer aan. Vooral wanneer er met een relay zestien à twintig rijders op het ijs zijn, is volledige focus gevraagd.
“Bij het WK in 2017 waren we met een vrij jonge groep. Ik stond zelf op het ijs tijdens de finale van de mannenrelay. Wij vlogen achter elkaar aan om de blokjes op te rapen en weg te leggen. Het leek alsof we zelf een 500 meter aan het rijden waren. Op een gegeven moment hoorden we een luid kabaal, maar we hadden geen weet wie er op kop lag. Pas na de finish zagen we dat de Nederlanders gewonnen hadden door een geweldige inhaalactie van Sjinkie Knegt. Daarvoor moesten we de rit terugkijken.”
“Het shorttracken gaat steeds harder. Pas reed Jens van ’t Wout een rondje van 7,84 seconden. Dat betekent dat wij nog maar zes seconden hebben. Je moet heel snel zijn.” Overigens liggen de meeste uitdagingen juist bij de kwalificatiedag, als het niveau ver uit elkaar ligt en de rijders verspreid over de hele baan rijden.
Kortom: ervaring is vereist. Het liefst van vele winters op het hoogste niveau, niet van enkele wedstrijden. “De handigheidjes komen met de jaren. IJs is nooit hetzelfde, zo kan elk weekend op dezelfde baan weer anders zijn.”
De olympische droom zorgt voor extra motivatie: “Misschien als we zo’n mooie prestatie neerzetten dit weekend, worden we toch gevraagd die kant op te reizen.” Overigens hebben Hessel en zijn collega’s al een plan B: ze zijn ingeschreven als vrijwilliger voor de Winterspelen.
Wil jij de World Tour Shorttrack in Tilburg meebeleven? Bestel dan snel je ticket!
De groep voor komend weekend is een mix tussen shorttrackers die meegedraaid hebben met de nationale (junioren)top, zoals Anne Floor Otter, en aanstormende talenten, die uiteindelijk in de nationale trainingsselectie terecht willen komen. Zo waren Friso Emons, Kay Huisman, Teun Boer en Bram Steenaart in het verleden ook blokjeslegger. “Helaas rijdt alleen Teun in Tilburg. Het is altijd speciaal voor je oude collega’s blokjes te leggen.”