“Ik heb het mezelf zo lastig gemaakt”, klinken de eerste woorden van de drievoudig wereldkampioene op het kortste nummer. “Vanaf het begin tot het einde liep mijn rit niet. De rechte stukken waren nog aardig, maar de bochten waren ondermaats. Niet zoals ik kan. Misschien had het te maken met mijn val, want ik stond vanochtend heel stijf op en mijn vertrouwen had ook een deukje gekregen.” Kok doelt op de val in de training op donderdagochtend, waar ze vooral een stijve nek en hals aan over had gehouden. Bovendien zat de schrik nog in het lichaam. “Toen ik in de boarding lag, dacht ik wel daar gaat mijn wereldtitel.”
Desalniettemin zette de rijdster van Reggeborgh een tijd van 37,50 op de klokken. “Ik wist niet of het genoeg zou zijn voor het goud. Het wachten duurde zo lang, dat was echt verschrikkelijk”, vertelt Kok, die in de zevende van twaalf ritten had gereden. “Toen Min-Sun Kim zo snel opende, dacht ik dat zij hem zou pakken. Of anders Erin Jackson, die een heel goed rondje kan rijden. Blijkbaar houd ik met veel foutjes genoeg over. Er zit altijd een mindere rit tussen in een jaar. Helaas was die van mij vandaag. Maar daardoor was de ontlading ook enorm.”
De druk van de buitenwereld was vooraf immens. Iedereen dacht dat Kok het goud wel even zou komen ophalen, omdat ze deze winter nog niet verslagen was op het kortste nummer. En dat terwijl ze pas vanaf december meedraaide in het wedstrijdcircuit door het CMV-virus. Maar Kok toonde aan niet alleen in techniek en conditie gegroeid te zijn, ook mentaal heeft ze de nodige stappen gezet. Ze liet zich niet, zoals in eerder jaren, gek maken door de verwachtingen van anderen. De 24-jarige schaatsster bleef dicht bij zichzelf. “Ook Dennis (van der Gun, de coach van Kok, red.) memoreerde even aan de zware route die ik deze winter had afgelegd. Hij zei: ‘Moet je nagaan waar je vandaan komt.’”
Maar zelfs na het goud won het perfectionisme het van de blijdschap. “Ik hoop morgen op de 1000 meter deze slechte race recht te zetten, zodat ik kan afsluiten met een goed gevoel.”
Het Oranjepubliek in Hamar, bijna de helft van de aanwezige toeschouwers op vrijdag kwam uit ons land, had gehoopt – en misschien zelfs gerekend – op het goud van Femke Kok, het zilver van Leerdam kwam onverwacht. Hoewel ze de hele winter niet stabiel was op het kortste onderdeel, strandde ze tijdens haar WK-race op slechts 0,19 seconden van de winnares. “Dit seizoen is het gat nog niet zo klein geweest. Ik had een paar foutjes in mijn rit, dus ik had zelfs wereldkampioene kunnen worden. Van tevoren had ik dat niet gedacht.”
"Die ronde was echt top", vervolgt Leerdam. "Volgens mij haalde ik mijn hoogste snelheid van het seizoen. Dat goede rondje maakte het ook de beste 500 meter. Mijn doel was podium en dat heb ik met zilver behaald. Alles viel samen: vorm, flexibiliteit, spanning, kracht, mentale focus, gevoel op het ijs, coördinatie. Ik voel me heel goed en morgen (op de 1000 meter van zaterdag, red.) ga ik hetzelfde doen als vandaag.”