In een uitzinnig stadion zette de Nederlandse ploeg, met Daan Breeuwsma, Sjinkie Knegt, Freek van der Wart en Kerstholt, een fantastische race neer. Het team reed veel aan de leiding, afgewisseld door Groot-Brittanië en Rusland. Dat was ook het tactisch plan. “Op kop wordt je niet gehinderd. Je zit nooit in het geklooi, maar kan wel de andere teams een beetje dwars zitten”, analyseerde Kerstholt.

Met tien ronden te gaan zette de Nederlandse ploeg het gas erop en kon alleen het team van Rusland volgen. In een spectaculaire strijd passeerde Nederland als eerste de finish. “Als je vier sterke individuele schaatsers hebt, die zo hard kunnen schaatsen dan kun je dominant zijn.  We kunnen hier allemaal rondjes van 8,5 seconden rijden. Vier jaar geleden kwam ik met moeite tot 8,8”, legt Kerstholt uit. “Als we op kop rijden kunnen we de meeste teams slopen en als we meerijden, rij je een gaatje zo dicht.”

De beleving voor de rijders voor het thuispubliek in een vol Thialf was fantastisch, vooral passeerbewegingen van de Nederlandse ploeg wist het publiek te waarderen. “Ik was er nog niet voorbij, of je hoorde het publiek al juichen”, genoot Breeuwsma, door bondscoach Jeroen Otter ‘Speedy Daan’ genoemd vanwege het dichten van de gaten in de relayfinale. “Ik heb nog nooit zoveel mensen gezien in Thialf.” Kerstholt ondervond wat hinder. “Er was zoveel lawaai dat ik niet eens een fatsoenlijk interview kon geven na afloop. Maakt niet uit. Ik vind ’t echt mooi.”

“Dit geeft een boost. Een sport heeft helden nodig en die krijg je nu”, ziet Kerstholt het dubbele goud als een belangrijke stap voor het Nederlandse shorttrack.