Met haar duimen tegen elkaar tikkend, kijkt moeder Edyta (55) vanachter haar zonnebril zenuwachtig naar haar dochter op de gloednieuwe baan in Montesilvano, Italië. Dáár voegt Sofia deze week een nieuwe etappe aan haar ontdekkingsreis toe. Op het WK inlineskaten, onderdeel van het multisportevenement de World Skate Games, rijdt ze op de eerste twee dagen de puntenkoers. Vader Lou (62) staat af en toe half op van de tribune en schreeuwt over de boarding ‘Kom op, Sofia’, om vervolgens weer te gaan zitten. Voor één rondje van 200 meter dan, daarna begint het ritueel opnieuw. Rustig kijken is er niet bij.
“Ik hoor ze niet altijd, maar het is fijn om te weten dat ze er zijn. Vooral omdat ze een beetje angst hebben dat ik val”, zegt Sofia. En dat klopt, dát verklaart de zenuwen bij het echtpaar uit het Noord-Hollandse Hoogwoud. “Heel naar huis, dat is belangrijk, we hebben al zoveel carrières zien eindigen. De tweede hoofdprijs is dan eventueel een overwinning”, zegt Lou.
De schaatsgenen heeft Sofia Schilder van vader Lou, zelf drievoudig deelnemer aan de Elfstedentocht voor toerrijders. Elk jaar probeert hij ook op de Weissensee in Oostenrijk te rijden. Dus toen hij zijn dochter dit jaar kilometers lang voor het grote peloton zag uit rijden tijdens de Alternatieve Elfstedentocht op diezelfde Weissensee, ging zijn hart sneller kloppen. “Er rijdt elk jaar wel iemand vooruit hoor, maar Sofia hield het heel lang vol… Mijn vrouw belde vanuit het appartement of ik nog terugkwam voor een kop koffie. ‘Ik wacht even, want er is wat met Sofia. Ze rijdt voorop, maar ze wordt straks ingerekend.’ Nou, dat duurde even, die koffie heb ik niet meer gedronken, haha.” Sterker nog: Edyta trok haar jas en laarzen aan om haar dochter te zien schitteren. “Dat maakt mij trots, ja. Ook dat mensen zo voor haar applaudisseren en haar aanmoedigen. Heel bijzonder, ik heb er bijna geen woorden voor.”
Dat applaudisseren van fans en toeschouwers kan zomaar vaker voorkomen, want juniore Schilder lijkt hard op weg om een mooie schaats- en skeelercarrière op te bouwen. “Ik heb het skaten en het schaatsen niet per se van mijn vader geleerd. Het zal er best mee te maken hebben, maar bij het KNSB Talent Team Noordwest (Schaatsacademie Noordwest) werd mijn talent opgemerkt en ik ben steeds beter gaan trainen”, zegt Sofia. Op het EK inlineskaten in Oostende pakte ze eerder dit jaar drie gouden en één zilveren medaille. Een prestatie waar ze zelf ook nog steeds een beetje verbaasd over is. Maar het heeft ervoor gezorgd dat ze de lat weer een beetje hoger kan leggen. Ze wil meer. “Ik kon me schijnbaar best goed verhouden tot de Europese toppers, nu maar eens kijken hoe het gaat als die sterke meiden uit Colombia erbij zijn.”
De ontdekkingstocht is vooralsnog voor de hele familie een leuke verrassing. “Als je als ouders mee mag maken dat je kinderen aan dit soort evenementen meedoen, dan wil je erbij zijn”, zegt vader Lou. Zijn werk als eigenaar van camping De Gouw in Hoogwoud en zijn politieke beslommeringen bij de door hem opgerichte Lokale Partij Opmeer laat hij graag even rusten op de momenten dat zijn dochter in binnen- en buitenland op de baan staat. “We zijn een sportieve familie, ook onze dochter Ria heeft goede resultaten behaald. En wanneer dan blijkt dat Sofia wedstrijden begint te winnen, dan is dat fantastisch. Maar dit overkomt ons ook maar. Er is niets gepland. Eigenlijk nog steeds niet. Ja, volgend jaar zal ze Team Albert Heijn - Zaanlander versterken, dan is het wel de bedoeling dat ze ook daar zal winnen. Maar ze gedijt bij een prettige omgeving. Als ze lol heeft, kan skeeleren en fijne ploegmaten om haar heen heeft, dan rendeert ze hartstikke goed.”
Skaten op de baan, daar geniet ze stiekem het meest van. “Dit spel op de baan is zo leuk! Dat racen tegen elkaar, de verschillende onderdelen”, zegt Sofia. “Ik wil alles zo lang mogelijk blijven combineren, tenzij ik merk dat één van de twee minder goed gaat. Ik hoop dat het skeeleren in Nederland veel populairder wordt, maar ik vind schaatsen de laatste tijd ook steeds leuker worden. Ik wil op de langebaan rijden komende jaren. En een marathon winnen.”
Daar is het woord weer: winnen. In het zonnige en soms regenachtige Montesilvano in de Abruzzen gaat het alweer over het winnen van een marathon op ijs. Het tekent de wil en de mentaliteit. Iets wat Lou en Edyta al vroeg aan hadden kunnen zien komen. “Toen ze twee jaar en drie maanden oud was, fietste ze op een soort stepje vier kilometer naar de peuterspeelzaal”, herinnert haar moeder zich. “‘Zal mama jou even duwen?’, riep ik nog. Maar ze wilde het helemaal zelf doen. Welk kind van twee jaar oud doet dat? Achteraf konden we toen al zien wat voor mentaliteit ze had.”
Op twee momenten in de finale van de puntenkoers schieten Lou en Edyta recht overeind: twee valpartijen, waarvan Schilder er eentje net kan ontwijken. Maar die val van één van haar medefinalisten had wel gevolgen voor haar wedstrijd. “Ik vond het moeilijk om daarna weer in mijn slag te komen, het lukte me eigenlijk niet meer.” Ze eindigt net naast het podium en wordt – als beste Europese – vierde achter twee Colombiaanse rijdsters en één Venezolaanse. De duimen van Edyta tikken niet meer tegen elkaar, maar gaan omhoog. Ze haalt opgelucht adem: “Vierde is prima. En niet gevallen!”