Viviana Imirce Rodriguez Rojas is de stralende ster van IJsclub Tilburg. Met de nadruk op dat stralen; niemand in de Brabantse vereniging zal gelukkiger zijn dan deze 32-jarige Chileense om op 1 oktober te racen door Thialf. Ze zal uitkomen op de 1500 meter. Het wordt alweer de derde keer dat haar naam in de opstelling voor het NK Clubs staat. “Een eer”, noemt ze de mogelijkheid. “Elk jaar is dit zo ongeveer de enige keer dat ik de club kan vertegenwoordigen die zoveel voor mij heeft betekend en gedaan, sinds ik op schaatsen sta.” Sterker nog: dat schaatsen heeft ze ook in Tilburg, bij de club van Ireen Wüst, geleerd.

Onbekend

Viviana Rodriguez houdt zich tegenwoordig alleen bezig met het rijden van marathons in de Beloftendivisie, maar aan haar avontuur op de langebaan heeft ze wel vier nationale records overgehouden. De Chileense realiseerde in Inzell de snelste tijd op de 1500 meter (2.10,32) en de drie kilometer (4.32,81), terwijl ze op haar 'thuisbaan' Tilburg het record op de vijf kilometer (8.05,72) en de tien kilometer (17.09,45) schaatste.

Terug naar 2012. Rodriguez skeelert al geruime tijd op internationaal niveau, doet mee aan inline-wereldkampioenschappen en geniet daarnaast van het reizen en het ontdekken van andere culturen en talen. Na de wereldtitelstrijd in Italië (San Benedetto del Tronto) kan ze mee met een Chileense groep skaters die in het kader van een sportproject naar Nederland reist om gedurende drie maanden kennis te maken met de schaatssport. Het is begin van een nieuwe liefde, trouwens in meer opzichten…

Foto: Léon de Kort

Haar aanstekelijke lach begeleidt die herinnering aan tien jaar geleden. “Chilenen op smalle ijzers, het leek nergens op. De drie maanden waren zwaar. We waren als inlineskaters sterk genoeg, maar het lukte ons nauwelijks rechtop te staan, om te zwijgen van vooruit te komen op de ijzers. Wat we ook probeerden, we konden onze kracht niet overbrengen op het ijs, schaatsen kon je het niet noemen. Het grappige was dat we wel al spraken over de Olympische Spelen in Sochi waaraan we wilden meedoen. Wisten wij veel…”