Michelle de Jong: Op het ijs gegroeid en daarbuiten dankzij nieuwe ploeg
“Ondanks de eerste opkomende zenuwen heb ik zin in het WCKT, omdat de trainingen goed gaan", trapt Michelle de Jong het gesprek af. Een opvallende conclusie, want tijdens de ploegenpresentatie van Team IKO – X2O eind september gaven haar coaches aan dat ze zich vooral zou focussen op de tweede helft van de winter. Begin van dit kalenderjaar werd de 25-jarige rijdster geopereerd aan het compartimentsyndroom. Er was te veel druk in haar scheenbeen ontstaan. “Ik kwam uit een heel moeilijke periode en mijn conditie en kracht waren ver weggezakt. Na de vakantie moest ik van verder komen dan normaal”, verklaart De Jong de voorzichtige woorden van haar coaches.

“Door mijn blessure heb ik minder op het ijs gestaan, maar inmiddels gaat het zo goed dat ik er tijdens veel trainingen niet eens meer aan denk. Door het compartimentsyndroom heb ik mijn techniek moeten aanpassen, die automatismen slopen in mijn spiergeheugen. Inmiddels heb ik die aanpassingen afgeleerd en kan ik me focussen op het optimaliseren van mijn techniek. Ik ben blij dat ik weer kan uitvoeren wat ik in mijn hoofd heb. De rondetijden in de trainingen geven me vertrouwen. Eindelijk kan ik met zekerheid zeggen dat ik deze blessure achter me kan laten. Door de mindere trainingsomvang zal ik me de eerste helft van het seizoen nog focussen op de 500 meter, later wil ik ook doorbouwen naar de 1000 meter.”

Naast het herstel van haar blessure kwam er nog een extra uitdaging voor De Jong: ze moest wennen aan haar nieuwe omgeving bij Team IKO – X2O. “De eerste maanden leer je elkaar kennen: wat werkt voor mij? Vertrouwen is de basis van alles, maar je kunt niet in je vingers knippen en dat gelijk zo voelen. Het moet groeien en dat is altijd even spannend. Maar ik leer veel nieuwe dingen en dat doet me goed.”

Michelle de Jong
Veel uitdagingen afgelopen zomer voor De Jong, het bracht haar meer vertrouwen. | Foto: Neeke Smit

Zowel haar oude ploeg Reggeborgh als De Jong zelf had het gevoel dat ze niet verder kon groeien door het trainingsschema en dat de wegen na vijf jaar beter konden scheiden. “Vanuit de junioren kwam ik direct bij Reggeborgh terecht. Ik merkte dat er nog een stukje onbenut potentieel zat, vooral in mijn persoonlijke ontwikkeling. Door de sportpsychologen hier merk ik dat ik een extra stapje heb kunnen zetten. Ik heb geleerd beter te communiceren wanneer het goed gaat en wanneer niet.”

“Bovendien kan ik makkelijker dingen loslaten en heb ik meer vertrouwen gekregen in mezelf”, vervolgt de 25-jarige schaatsster. “Dat ontbrak vaak. Ik gaf mezelf de schuld van mijn blessure, om enig gevoel van controle te houden. Maar ik kon mezelf niets verwijten, soms gebeuren er gewoon dingen en moet je daarmee zien te dealen. Mentaal is dat zwaar en ik ervoer lichamelijke onzekerheid. Bij IKO voelde ik me gesterkt en dat deed me goed. Ik heb minder het gevoel dat ik me moet bewijzen en ben veel rustiger in mijn hoofd.”

Behaalde WC-tickets per team op het eerste kwalificatietoernooi vanaf 2015

Foto: Martin de Jong

- Meeste tickets binnen een jaar: 22 (Jumbo, 2022-2023)
- Meeste tickets per ploeg: Jumbo (2015-2022)
- Meeste tickets vorig jaar: Reggeborgh (16 tickets)
- Beste vrouwenploeg vorig jaar: Albert Heijn Zaanlander (8 tickets, verdeeld over 3 vrouwen)
- Beste mannenploeg vorig jaar: Reggeborgh (12 tickets verdeeld over 8 mannen)
- Meeste tickets individueel: Antoinette Rijpma – de Jong (2018-2019 en 2019-2020)

Wesly Dijs start op nieuwe schoenen, met dezelfde vertrouwde aanpak
Hoewel Wesly Dijs niet de oudste schaatser van Reggeborgh is met zijn 29 jaar – Kjeld Nuis is 34, Hein Otterspeer 35 - wordt hij weleens de nestor van het team genoemd. Vanaf het ontstaan van de ploeg in 2018 traint hij onder Gerard van Velde. Afgelopen zomer verlengde hij zijn contract. “Een aantal jaar terug, toen Kjeld en Thomas bij Jac (Orie) schaatsten, heb ik overwogen om te switchen, omdat ik met de besten wil trainen. Op dit moment zijn wij de sterkste ploeg van Nederland. Als 1000- en 1500-meterrijder kun je niet op een betere plek zitten. Ik kan zowel met de allrounders als de sprinters meedoen en dat werkt heel goed voor mij. Bovendien heb ik vorig jaar een heel stabiel jaar gehad met een persoonlijk record in Thialf op de 1500 meter en ik werd derde in het wereldbekerklassement.”

Dijs weet inmiddels hoe hij op de schema’s van Gerard van Velde reageert en wat hij in zo’n belangrijke week richting het WCKT nodig heeft. “Je geeft je lichaam enkele prikkels en die pas je aan naar wat jij denkt dat het beste is, zoals temporondes of startjes. Net waar je je op dat moment goed bij voelt. Daarnaast veel uitrusten, goed eten en slapen, zodat je jezelf na afloop van het WCKT niets kan verwijten.”

Veel dus bij hetzelfde gehouden, maar een belangrijk verschil met vorige winter: de schoenen. “Hoewel mijn oude niet kapot waren, ben ik op zoek gegaan naar een nieuw paar. Je zoekt het in de details. Hoe slapper de schoen, hoe meer je kan sturen. Dat voelt heel fijn. Alleen kan het op hoge snelheid krachtverlies opleveren, omdat je minder steun hebt. Ik heb nog nooit zulke stijve schoenen gehad. Om daaraan te wennen, moet je er tijd in investeren. Tot nu toe bevalt het, ik schaatste mijn snelste seizoensopening op de 1500 meter (1.45,96). Dan ben ik er in ieder geval niet minder op geworden.”

Nu is het zaak om de vooruitgang komend weekend op het ijs te laten zien. “Ik kan harde tempo’s rijden in de trainingen, maar de vertaling naar de wedstrijd is af en toe wat lastig. Dat gaat steeds beter, ik heb een hoger basisniveau. We blijven dingetjes zoeken die mij helpen bij de races, zoals het starten simuleren. Dan beeld je je in dat je in een vol Thialf staat, zodat je kan wennen aan de wedstrijdspanning. Ik moet niet met te veel dingen bezig zijn, dat leidt me af en haalt me focus weg van het schaatsen vandaan. Hoe lekkerder ik schaats, hoe harder ik ga.”

Benieuwd naar de prestaties van De Jong en Dijs? Boek dan je tickets voor het WCKT en bekijk ze live!

Met dank aan Nol Terwindt