Was-ie de beste in de wedstrijd? Nee, die eer kwam Jeroen Janissen toe. Die sleurde, gokte, stierf, klom weer uit zijn graftombe en vloog opnieuw de anderen aan. Totdat hij eindelijk, na 150 kilometer, het hoofd eerbiedig boog voor de Spijker van Oudorp. Net als Ronald Haasjes, wiens naam helaas voor hem deze keer meer snelheid verried dan dat er nog in de benen verstopt zat. Met deze drie kreeg de zaterdagse titanenstrijd om het rood-wit-blauw sowieso een deftig ereschavot.
Een leuke, geanimeerde race onder oogverblindende omstandigheden op de Weissensee die weldra lijkt te veranderen in een lugubere, spookachtige woestenij. Er komen bakken met regen aan, wordt er al dagen geroepen. Het was nauwelijks voorstelbaar op een sprookjesachtig mooie dag waarop een flinterdun kereltje van twintig geleerde lessen foutloos in de praktijk bracht, wat zijn negen jaar oudere ploegmaat Jordy Harink tot een stortvloed aan complimenten verleidde achter de streep. “Wat heb je dit goed gedaan, man! Wat geweldig! Zo goed, dat je het beste hebt kunnen bewaren voor het laatst. Want zo moet het!”, schreeuwde de man met het postuur van de gemeenste beul die er in Karinthië rondloopt, in het tumult rond de held van het ONK.
Wisse knikte, snakte naar adem en probeerde zijn emoties een beetje te kanaliseren, totdat hij aan de overkant van de finishzone zijn ouders in het oog kreeg. Het kwam tot een nieuwe innige omhelzing, zoals er nog vele zouden volgen, de meeste met de andere kerels in het hemelsblauw van Royal A-ware.
Hoe hij het had geklaard, wist-ie niet. De ploeg, de ploeg, stamelde hij, onverminderd overdonderd door zijn succes, die had zeker aan de basis gestaan. Daar zat waarheid in: Royal A-ware was met Bouwselect/ De Haan Westerhoff het enige team dat de slotfase was ingegaan met twee pionnen. De meerderheid zouden die stallen perfect uitspelen – de gevaarlijkste opponent Evert Hoolwerf kwam volledig aan banden te liggen.
Tegen de aanvalslust van Janissen was echter niet veel bestand. De kopman van Okay-Interfarms bleef smijten met zijn krachten, omdat hij wist dat die tactiek hem het meest ver zou brengen. Plek drie voelde als winnen. “Het is logisch dat Royal A-ware en Bouwselect de eerste plaatsen hebben ingenomen; zij hadden twee heel sterke rijders vooraan die het werk konden verdelen. Ik merkte dat ik desondanks veel ruimte kreeg. Daarom ben ik op een gegeven moment maar gewoon gaan schaatsen, dat ging zo lekker vandaag, hahaha!”
Janissen beschreef het wedstrijdverloop in de voorste gelederen als een harmonica die in en uit elkaar werd getrokken, meestal door zijn demarrages. “Ik heb ervoor gezorgd dat ik steeds in een positie kwam waarin ik niet degene was die oplossingen voor situaties moest bedenken. Dat kostte veel energie, maar daaraan heb ik niet gedacht. Wanneer je in de laatste twintig kilometer terechtkomt, moet je alleen zo hard mogelijk richting streep rijden.”
In het gezelschap van Slendebroek, Haasjes en de verrassende eend in de bijt, Joram Verkerk (VGR-Galesloot) viel er geen voorspelling te maken van de uitslag met een kwartet in de frontlinie. Ja, Haasjes kon een snelheidsduel vast aan met de evenmin trage Janissen. En Wisse dan, de jongeling, die eerder dit seizoen Harm Visser en Evert Hoolwerf slaag gaf in Hoorn? Verkerk? Die beschikte over de minst florissante adelsbrieven, met slechts een zevende plaats op het kunstijs in Tilburg.
De geschiedenis staat. De Spijker van Oudorp volgde ploegmaat Daan Gelling op. Hij kon zijn geluk niet op, mede doordat zijn uitslagen hem niet altijd zinden. “Ik ben aan het kwakkelen geweest en dat duurde even voordat het voorbij was. Hier op de Weissensee valt alles plotseling mijn kant op. De tweede plaats in de Aart Koopmans Memorial vond ik super. Maar nu mag ik dadelijk een rood-wit-blauw pak aantrekken”, zo keek hij vooruit naar de huldiging. “Waanzinnig!”
De uitslag van het ONK mannen staat hier