Eind augustus kwam de eerste onenigheid in de schaatswereld naar buiten: Jillert Anema wilde zijn vrouwen niet mee laten doen aan de nationale trainingen voor de ploegenachtervolging. Hij vond dat de rijdsters zelf moesten trainen op het onderdeel. “Dat is de verantwoordelijkheid van hun trainers en coaches.” Overigens gaf hij in hetzelfde pleidooi aan dat het wat hem betreft geen verstrekkende gevolgen zou hebben: “Zodra er een World Cup aankomt, is Team Albert Heijn Zaanlander beschikbaar, in tegenstelling tot andere teams waar de afgelopen jaren rijders zich consequent hebben teruggetrokken.”

Anema vindt de onrust die uit het verhaal naar voren is gekomen een storm in een glas water. “De meiden sluiten weer aan bij de trainingen zodra ze worden aangewezen, waarschijnlijk voor de eerste World Cup. Als dan blijkt dat mijn meiden tekortschieten, en ze extra moeten trainen, dan ben ik het daar volledig mee eens. De bondscoach kiest en heeft daar alle recht toe. Ik adviseer hem wel, want ik wil winnen. Maar Rintje (Ritsma, de bondscoach, red.) wil ook winnen. Ik denk dat onze meningen straks helemaal niet ver uit elkaar liggen. Volgens mij botst het niet zo. Er zit een bepaalde nuance in.”

Het standpunt van Anema - dat alle ploegen zelf moeten trainen op het onderdeel - blijft onveranderd. “Ik zorg ervoor dat die meiden op elke positie ingezet kunnen worden. Ik druk mijn stempel erop. Op alle plekken in de trein bied ik mogelijkheden om een winnend team neer te zetten. Zij zijn hooggeschoold, afgestudeerd als het ware. Moet je ze dan laten trainen met sporters die op dit onderdeel in opleiding zijn? Ik vind dat je dat niet moet verplichten”, legt Anema zijn eerdere keus uit.

Al ligt dat voor de andere vrouwen gecompliceerder, omdat zij weinig allroundsters in de ploeg hebben: Antoinette Rijpma-de Jong is alleen bij Reggeborgh, en ook Joy Beune en Robin Groot kunnen bij IKO-X²O geen volwaardige trein vormen. Volgens de ervaren coach hoeft dat echter geen probleem te zijn, zijn vrouwen hebben immers in het verleden ook vaak met de mannen meegetraind voor dit onderdeel.

Jillert Anema
Jillert Anema levert afgestudeerde ploegenachtervolgingsvrouwen af. | Foto: Soenar Chamid

De 69-jarige Fries is niet bang dat wereldkampioene Groenewoud gepasseerd wordt, omdat ze in de zomer niet heeft meegetraind. “Die twee trainingen die ze gemist heeft? Foei”, zegt hij sarcastisch. “Even serieus, wij trainen hier wekelijks op. En anders; so be it.” Naar zijn verwachting zal het zo’n vaart niet lopen: “De besten worden opgesteld zodat we kunnen winnen.”

Marijke Groenewoud laat de kwestie bij haar coach: “Ik probeer me erbuiten te houden. Als straks de wedstrijden beginnen en ik word opgesteld, ben ik zeker van de partij. Ook als Jillert zegt dat het niet mag”, voegt ze daar lachend aan toe. Ze ziet geen problemen richting de winter. “In de media wordt er een groot ding van gemaakt, maar het valt wel mee. We hebben twee à drie trainingen gemist. In de zomer trainen we vaak met een groep van weet ik hoeveel rijdsters. Dat voegt weinig toe. Als je met vrouwen traint met wie je geen wedstrijden schaatst, kun je net zo goed met je eigen team rijden.”

Daarnaast vindt ze het opvallend dat haar collega’s van de andere ploegen zich uitspraken. Onder meer Rijpma-de Jong verkondigde haar onvrede over de afwezigheid van Team Albert Heijn Zaanlander. “Grappig om te zien dat de andere vrouwen zich uitlaten in de media, terwijl ze de afgelopen jaren zelf ook niet altijd op de training zijn geweest. Ik probeer me er niet druk om te maken. Richting de belangrijke wedstrijden zijn we er weer bij.”

Schaatssters hebben eelt op hun ziel gekregen door Irene

Coach Anema moet zijn succesvolste schaatsster missen, maar beweert dat de werklust van Irene Schouten duidelijk voortleeft in de ploeg. “Zij ging altijd voorop in de strijd. Door haar weten de anderen wat er moet gebeuren. Dat harde werken zie je bij de overgebleven vrouwen terug. Ze rijden een aantal rondes op kop, ook als het niet verplicht is en met de mannen samen wordt gereden. Irene reed dan ook haar koprondes. Geleidelijk aan krijgen de schaatssters eelt op hun ziel en worden ze bikkels. Het biedt mogelijkheden voor de andere vrouwen om op te staan”, verklaart Anema.

Marijke Groenewoud ziet geen taak voor zichzelf om het gat van de drievoudig olympisch kampioene op te vullen. “Ik blijf die nuchtere Friezin, ik heb niet het idee dat ik als kopvrouw wordt gezien. Om op basis van mijn prestaties kopvrouw te zijn, vind ik prima, maar ik hoef niet op de voorgrond te treden en de kar te trekken.”

Op de verschillende teamonderdelen zal ze haar sparringpartner missen, met wie ze sinds 2017 op het ijs stond. In de marathons wonnen ze samen vele wedstrijden en de Nederlandse tandem was nagenoeg onverslaanbaar op de mass start. Opgeteld werden ze op dat laatste onderdeel samen vijf keer wereldkampioen en eenmaal olympisch kampioen. Groenewoud is in het ongewisse over de toekomst van de mass start. “Ik heb geen flauw idee wie mijn nieuwe partner wordt, dat is aan Rintje.”

Marijke Groenewoud en Irene Schouten
Zo vaak samen juichend over de streep. | Foto: Neeke Smit

Irene Schouten kan nog niet helemaal aan de geschiedenisboeken worden overgelaten. Zo stond ze op afgelopen zomer nog regelmatig op het ijs. Op de langebaan zullen we haar niet terugzien, maar er is een kans dat ze na haar zwangerschap haar ambities op de marathon wil waarmaken. “We moeten nog kijken wat mogelijk is”, vertelt Anema. Hij laat de keuze bij haar en verplicht Schouten nergens toe. “Na de zwangerschap moeten we zien waar ze staat: wat kan ze nog, wat vindt ze leuk? En als ze toch graag marathons wil rijden, gaan we dat faciliteren.”

Een terugkeer van Schouten in de marathon wil Anema graag faciliteren. | Foto: Soenar Chamid