Na de teleurstellende zesde plaatsen in Turijn en Vancouver waren Ireen Wüst, Jorien ter Mors en Marrit Leenstra in Sotsji in een olympisch record van 2.58,05 wel de nummer een. Ook Lotte van Beek, die de kwartfinale reed in plaats van Leenstra, krijgt een medaille.
In de eindstrijd waren de Oranjevrouwen veel te sterk voor Polen dat vertegenwoordigd werd door Katarzyna-Bachleda-Curus, Katarzyna Wozniak en Luiza Zlotkowska. De Oost-Europeanen moesten zodoende genoegen nemen met het zilver.
Wüst was eerder deze Spelen al de sterkste op de 3000 meter. Op de 1000 meter, 1500 meter en 5000 meter legde ze beslag op het zilver. De Brabantse is nu met vier gouden, drie zilveren en één bronzen medaille de meest succesvolle Nederlandse olympiër aller tijden.
Ter Mors, van origine shorttrackster, pakte eerder de gouden plak op de 1.500 meter op de langebaan. In het shorttrack won ze geen medaille. Van Beek pakte eerder dit olympische toernooi brons op de 1500 meter.
Het brons was voor gastland Rusland dat eerder op de dag in de halve finale verloor van Polen. Olga Graf, Yekaterina Lobysheva en Yuliya Skokova trokken in de strijd om de derde en vierde plaats dus wel aan het langste eind.
Dat ging ten koste van Japan. Nadat de ploeg, die in Vancouver nog het zilver pakte, uitgeschakeld werd door Nederland vielen Maki Tabata, Nana Takagi en Misaki Oshigiri dus ook naast het podium.
De vijfde plaats ging naar Canada. Ivanie Blondin, Kali Christ en Brittany Schussler waren in de C-finale te snel voor de Amerikaanse dames Heather Richardson, Brittany Bowe en Jilleanne Rookard, die de voor de Verenigde Staten toch al zo dramatisch verlopen Spelen, waarbij er door het land geen een schaatsmedaille werd gepakt, zo afsloten met een nederlaag.
Noorwegen sloot de ploegenachtervolging af als nummer zeven. Hege Bokko, Ida Njatun en Camilla Farestveit verloegen in de strijd om de zevende en achtste plaats Bo-Reum Kim, Seon-Yeong Noh en Shin-Young Yang uit Zuid-Korea.