BIJ YVONNE VAN GENNIP BRANDT OLYMPISCH VUUR VOOR DE KINDEREN VAN BOSNIË

Nee, niet weer de uitgekauwde anekdotes die aan haar drie gouden medailles van de Winterspelen in Calgary kleven. Daar heeft Yvonne van Gennip geen zin meer in. Iedereen kent ze, en wie er nog niet bekend mee is, zal ze vast ergens op het internet kunnen vinden. “Nee, ik heb een beter verhaal dat alleen weinig heeft te maken met 1988, maar is dat erg?”

Zo ongeveer verloopt, vlak voordat ze zal afreizen naar China, de inleiding tot het relaas over een bijzondere en zeker onvergetelijke reis naar de plek waar de Haarlemse topschaatsster van weleer liever over praat: Sarajevo. Daar waande ze zich als Alice in Wonderland tijdens haar eerste Spelen, maar in de Bosnische hoofdstad keerde ze ook een decennium later terug, toen die bijna compleet was verwoest door de afschuwelijke, drie jaar durende burgeroorlog (april 1992 en december 1995).

Dat zit zo. Terug in de tijd, terug naar februari 1994. Het Noorse Lillehammer fungeert als gastheer voor de Winterspelen die mede dankzij de strakke organisatie en de sfeer tot een prachtig evenement uitgroeien. De Nederlandse filantroop Fred Matser volgt de sport thuis op televisie en verbaast zich over de tsunami aan media-aandacht voor de gebeurtenissen, terwijl elders de wereld letterlijk en figuurlijk in brand staat. Wat zich afspeelt in Sarajevo, amper tien jaar eerder de locatie van het olympisch circus in de sneeuw, lijkt niemand nog iets te interesseren. In een opwelling belt hij met Van Gennip.

Foto: Soenar Chamid


“Fred aan de lijn. ‘Yvonne, is het niet raar dat iedereen zo vol is van Lillehammer en kennelijk is vergeten wat er in Sarajevo is gebeurd de afgelopen jaren. Dat kan toch niet?’, werpt hij op. Ik moet hem gelijk geven. ‘We moeten die mensen helpen. Ga je mee?’ Zonder dat de vraag goed tot me doordringt, stem ik in. Ja, ik ben van de partij, want ik vind het mooi wat je wilt, antwoord ik. Geen idee wat zijn plan is, maar dat is al niet meer zo belangrijk voor me. Ik ben wel benieuwd”, vertelt Van Gennip.

Matser, vermogend geworden in de vastgoedsector, heeft een stichting die allerlei goede doelen ondersteunt. Hij lanceert al gauw een opzetje waarbij het olympisch vuur de verbindende factor moet zijn. De vlam die hij wil ophalen tijdens de sluitingsceremonie van de Paralympics in Lillehammer en overbrengen naar Sarajevo moet een teken van vrede, verbroedering en betrokkenheid zijn naar de Bosnische burgers. “Als je die mensen een hart onder de riem wilt steken, moet je ook iets nalaten waar de verder mee kunnen. Zo ontstaat de wens om een huis in Sarajevo te bouwen dat een toevluchtsoord is voor kinderen die getraumatiseerd zijn door de oorlog”, legt Yvonne uit.

Die nobele gedachte deelt Matser in een toespraak wanneer de Paralympics op 19 maart ’94 ten einde komen. Hij krijgt toestemming van het IOC het olympisch vuur naar het verscheurde Bosnië te vervoeren. “Fred vraagt behalve mij nog veel sporters van de Spelen uit 1984 mee op die trip. We vliegen eerst naar Brindisi (Italië), vervolgens door met een militair vliegtuig, want hoewel er sprake is van een wapenstilstand, blijft veiligheid geboden. Vlak voor we het luchtruim boven Sarajevo binnenkomen beweegt het toestel omhoog, omlaag en van links naar rechts. We schieten alle kanten op en ik vraag me af wat er aan de hand is. Niet dat ik bang ben; integendeel, er is ons verzekerd dat er geen gevaar is, al dragen alle passagiers een kogelvrij vest en is iedereen stevig vastgesnoerd. Best spannend. Dan horen we dat de piloot moet oppassen voor het afweergeschut. Niks ernstigs, gewoon voorzorgsmaatregelen. Het dringt des te meer tot me door dat we ons in oorlogsgebied bevinden”, aldus Van Gennip.

Foto: Soenar Chamid


“Dan land je om over te stappen in tanks die als taxi dienstdoen! Ik herinner me van de Spelen in 1984 dat het een lange, rechte weg was naar het centrum van Sarajevo, waarlangs het olympisch dorp lag. Ik zit onderweg door het open luik naar boven te kijken om te zien of ik iets herken. Er staan heel veel gebouwen aan weerszijden van de straat, maar vrijwel allemaal zijn ze kapotgeschoten. Beetje bij beetje word ik met de neus op de feiten gedrukt van de oorlog. Maar ja, wat moet je je ervan voorstellen als je nooit een oorlog hebt meegemaakt?”


“Thuis keek ik vroeger met mijn vader heel veel zwart-wit films over de Tweede Wereldoorlog. Bij oorlog denk ik aan zwart en wit, heel gek eigenlijk. Mijn ogen registreren die ingestorte gebouwen, maar het kwartje valt pas op het moment dat ik tussen die ruïnes een balkonnetje ontdek waar iemand gekleurd wasgoed aan een lijn ophangt en plantjes water geeft. Daardoor besef ik dat alles in ’40-’45 natuurlijk ook niet alleen wit en zwart was. Plotseling komt het heel dichtbij.”

In het verpauperde hart van de stad wordt het Nederlandse gezelschap welkom geheten door een geëmotioneerde burgemeester. “We moeten mee naar de bibliotheek die tot voor het uitbreken van de oorlog de parel van Sarajevo is geweest. Er is niets meer van over, alle mooie dingen zijn vernield en geplunderd. Daarna rijden we naar de ijsbaan. De mensen lopen als verdoofd voorbij, zonder enige uitdrukking op hun gezicht, ’t is alsof de ellende alle geloof en hoop heeft doen verdwijnen. Tot ons gezelschap behoort ook zangeres Lenny Kuhr die een mooi lied heeft ingestudeerd en dat ten gehore brengt.”

De bijeenkomst op de plaats waar Van Gennip in 1984 respectievelijk als elfde (1500 meter), zesde (1000 meter) en vijfde (drie kilometer) is gefinisht, is onherkenbaar. “Een bijna kale vlakte met witte kruizen, de ijsbaan is een groot kerkhof. Heel heftig. Mijn gedachten zijn onmiddellijk bij de Spelen van toen. Hier reed ik mijn rondjes, besef ik. Die Spelen waren een feest. Ik herinner me hoe vriendelijk en behulpzaam de mensen waren. Sarajevo was een lieflijk stadje met overal leuke tentjes. Onvoorstelbaar hoe de mensen elkaar in de oorlog de tent hebben uitgevochten.”

Het meegebrachte olympisch vuur wordt overhandigd aan vertegenwoordigers van het olympisch comité. “Die smeken ons hen te helpen. We beloven dat er een Peace Flame House zal komen voor de kinderen. In de catacomben van het stadion toont de organisatie een film van de Spelen, gelardeerd met fragmenten uit de oorlog. We zien iemand van een schans springen en datzelfde beeld gaat over in een beschieting waarbij die schans compleet wordt vernield door het mitrailleurvuur. Verschrikkelijk om er mee te worden geconfronteerd.”

Foto: Soenar Chamid


Een gouden carrière is dan niet zo veel meer waard. Van Gennip licht toe hoe het initiatief van Matser is uitgerold. De beoogde lap grond in Sarajevo waar het huis voor de getraumatiseerde kinderen had moeten verrijzen, is nooit beschikbaar gesteld. Daarom is uitgeweken naar Tuzla, een goede 120 kilometer ten noorden van Sarajevo. “Het Peace Flame House bestaat nog altijd. Ik ben bij de opening in 1999 geweest. Was ook weer indrukwekkend.” Van Gennip, in Beijing teammanager van de schaatsers, pauzeert even. “Snap je nu waarom ik 1988 een uitgekauwd verhaal noem? Dit heeft toch veel meer impact. Sport is mooi, heeft me veel gebracht en mijn leven een andere wending gegeven, maar ik heb altijd geweten dat het bijzaak is. Om deze gebeurtenissen gaat het in het leven. Beseffen dat je er voor elkaar moet zijn. Weten dat er ondanks een oorlog er ook weer tegenkrachten zijn. Je hebt altijd goed en kwaad. Sport is een luxe, én een middel om een bijdrage te kunnen leveren aan iets zinvols, zoals het Peace Flame House. Hoe klein het misschien ook is…”

Nieuws, programma, meeschrijflijsten, uitslagen, kortom alles over de Olympische Spelen vind je hier.