HET ONVERWACHTE GOUD VAN ANNIE BORCKINK
De Olympische Spelen van 1980 zijn de schaatsgeschiedenis ingegaan als het wonder van Annie Borckink, die in Lake Placid vriend en vijand verbaasde door op de 1500 meter het goud te winnen. De Achterhoekse boerendochter, die niet bekend stond als een veelwinnares, boekte het grootste succes uit haar carrière dankzij de winterse omstandigheden, de tegenvallende concurrentie en de gespannen sfeer in de ploeg. In een monoloog blikt de inmiddels 70-jarige Borckink terug op die ene dag die haar leven voorgoed veranderde.
"Ik herinner mij alles nog van die dag, zoiets blijft altijd op je netvlies gebrand staan. Het is vergelijkbaar met een geboortedag van je kind: die vergeet je ook nooit. Ik weet nog heel goed dat we op de ijsbaan aankwamen en dat het net begon te sneeuwen. Aangezien ik een groot sneeuwliefhebster was, vond ik dat wel prettig. In de sneeuw leefde ik altijd helemaal op. Ik zat in de zesde rit en de rijdsters die voor me hadden gereden, onder wie Ria Visser, hadden geen tijden gereden waar ik van schrok. Ik startte tegen Tatjana Barabasj-Averina in de buitenbaan en na de eerste wissel had ik al zo'n voorsprong dat ik dacht: hoe kan dat? Ik reed haar helemaal op een hoop en snapte niet hoe dat mogelijk was."
"Ab Krook, mijn coach, zei onderweg dat ik nog iets boven de tijd van Ria (2.12) zat. Ik zette er nog een tandje bij en had totaal niet het gevoel dat ik moe zou worden. Dat voelde zó apart, alsof ik de hele wereld aan kon. Toen ik over de finish kwam, keek ik naar het grote bord en zag ik dat er een tijd aan het doorlopen was. Dat bleek de tijd van Averina te zijn. Pas kort voor de bocht had ik in de gaten dat ik 2.10,95 had gereden en voorlopig op de eerste plek stond. Er kwamen nog een paar ritten na mij en ik wist dat er nog van alles kon gebeuren. Ik bedoel: ik was dan wel een uitschieter, maar wie kon mij zeggen dat er niet nóg meer uitschieters zouden komen?"
"Niemand slaagde er vervolgens in om onder mijn tijd te duiken, waardoor ik mezelf ineens olympisch kampioene mocht noemen. Hoe was dat mogelijk? Ik kon het echt niet vatten. Na de race werd ik samen met Ria geïnterviewd door de Nederlandse en Amerikaanse televisie. De interviewers stelden me de vraag hoe ik dit geflikt had. Ik reed gewoon lekker en had er jarenlang keihard voor getraind, al zei ik daar ook bij dat ik kon winnen omdat de concurrentie slecht reed. Normaal gesproken waren de eerste plekken internationaal gezien altijd al vergeven, dus ik had mezelf ook totaal niet bij de favorieten gezet. Later las ik in een boek van Ab Krook dat er in die tijd een strenge dopingcontrole was aangekondigd. Zou dat de reden zijn geweest waarom ik toen kon winnen?"
"Wat waarschijnlijk ook wel mee had gespeeld, was de situatie in onze ploeg. Ik vond het helemaal niet erg als iemand mij probeerde te jennen, maar ze moesten me niet ergens van beschuldigen. Dat gebeurde helaas wel – teamgenoten beschuldigden mij ervan dat ik op hun slaapkamer zou hebben gebeld, waarna er een dikke telefoonrekening open kwam te staan – en dat maakte mij in aanloop naar de Spelen witheet. Ik was op mijn ziel getrapt en dacht: zoek het allemaal maar uit! Ik deed mijn voorbereiding alleen en trok meer met de mannenploeg op dan met de vrouwenploeg. Dat beviel me prima. Het was niet zo dat ik met rancune aan de start van de wedstrijd verscheen, maar toen ik goud had gewonnen, had ik wel zoiets van: yes!"
"Pas toen ik terugkwam in Nederland en de foto's zag, dacht ik: wat is dit joh? Ik stond overal breedlachend op de foto, maar Ria, die zilver had gewonnen, stond er daarentegen alleen maar met een strak gezicht op. Eigenlijk had ik toen pas door hoe chagrijnig ze was. Vlak voor het WK was er ook al gedoe binnen de ploeg geweest. We hadden net nieuwe wedstrijdpakken gekregen, maar er was maar één klein pak. 'Borckink, daar kom jij nooit in', zeiden de anderen. Toch eiste ik dat pak op, want ik moest het WK rijden. In plaats van dat ze voor iedereen een op maat gemaakt pak hadden, moest er gevochten om worden. Dat was voor de sfeer in de ploeg natuurlijk niet goed."
"Na de Spelen werd ik in Nederland opgewacht door mijn familie, die met een grote bus naar Schiphol was gekomen om mij te verrassen. Dat was geweldig! Vervolgens werd ik in Eibergen gehuldigd en als je zag hoe veel mensen daar waren, dat kon je niet geloven. Na een korte pauze ging ik weer schaatsen, maar ik was olympisch kampioene en had zoiets van: meer kan ik toch niet winnen!? Dat was ook de reden dat ik er niet alles meer voor over had. Een WK Allround was sowieso niet voor mij weggelegd, omdat ik meer van de 1000 en 1500 meter was. Toch plaatste ik mij tot mijn eigen verbazing via het NK voor het EK en WK Allround, maar achteraf had ik nooit aan het WK in Canada mee moeten doen, ik vond het drie keer niks."
"Ja, ik was er helemaal klaar mee en besloot mijn schaatscarrière te beëindigen. Dat was voor mij geen moeilijke keuze. Totaal niet zelfs.”