DE HEERSCHAPPIJ DIE OOK WEER ZO VOORBIJ WAS
Wie denkt aan de Olympische Spelen van 2002 noemt ongetwijfeld als eerste de naam van Jochem Uytdehaage. De inmiddels 45-jarige Utrechter won in Salt Lake City op indrukwekkende wijze goud op de 5 kilometer, goud op de 10 kilometer én zilver op de 1500 meter. Het begin van een heerschappij leek nabij, maar zo goed als in Salt Lake City zou het echter nooit meer worden. "Er had echt nog wel meer ingezeten."
Het is deze maand precies twintig jaar geleden dat Uytdehaage zijn hoogtijdagen als profschaatser beleefde. De langeafstandsspecialist herinnert zich nog veel van het grootschalige evenement, dat kort na de aanslagen op het World Trade Center plaatsvond. De enorme hoeveelheid veiligheidsmaatregelen en de strenge controles in het olympisch dorp hadden volgens Uytdehaage veel impact op de atleten, al kon hij zich daar naar eigen zeggen goed van afsluiten. "Ik hield mijn eigen strakke ritme aan, daar voelde ik me heel lekker bij", aldus Uytdehaage, die intens genoot van zijn trip in Noord-Amerika.
Zelfs de busritjes van het hotel naar de ijsbaan, die ongeveer een half uur duurden, deden hem veel deugd. "Ik had m'n Apple-laptop mee en daarop schreef ik verhaaltjes voor de nieuwsbrief, waarin ik mijn 'volgers' een update gaf hoe het met me ging. Dat vond ik leuk om te doen." Het plezier nam Uytdehaage mee naar de ijsbaan, waar voor zijn gevoel iedere klap raak was en waar hij met een bepaalde vorm van onbevangenheid zijn olympisch debuut kon maken. "Mijn streven was om het maximale eruit te halen en dan zou ik wel zien wat het op zou leveren. Met goud was ik helemaal niet bezig."
Tranen
Op wat gezonde spanning na ervoer Uytdehaage dan ook weinig druk; iets wat hij vooral te danken had aan zijn mentale sterkte. "In plaats van te denken: het moet nu gebeuren, zei ik tegen mezelf: je mag het laten zien. Dat is een wezenlijk verschil en die gedachte gaf me veel rust", aldus Uytdehaage, die niet kon ontkennen dat hij in topvorm was. "Natuurlijk was ik een medaillekandidaat, maar Carl Verheijen was het jaar ervoor nog wereldkampioen geworden in Salt Lake City, dus hij was de gedoodverfde favoriet om goud te winnen op de 5 kilometer."
De 5 kilometer was op 9 februari namelijk de eerste afstand die Uytdehaage in Salt Lake City reed. In de vijftiende en voorlaatste rit liet hij meteen zien dat hij de te kloppen man was, gezien de snelle tijd die hij op het scorebord zette. Zijn 6.14,66 leverde niet alleen een indrukwekkend wereldrecord op (hij was ruim drie seconden sneller dan Derek Parra, die kort daarvoor het wereldrecord op zijn naam had gezet), maar ook een olympische medaille. "Mooi, dacht ik, ik heb sowieso brons en misschien wel zilver, wetende dat Bob de Jong en de Japanner Toshihiko Itokawa na mij nog in actie kwamen."
Omdat Uytdehaage ervan uitging dat De Jong er met de gouden plak vandoor zou gaan, gingen zijn gedachten al uit naar de Olympische Spelen van Turijn. "Ik dacht: dan pak ik hem daar wel." Maar zover hoefde het niet te komen, want De Jong en Itokawa kwamen bij lange na niet in de buurt van de tijd van Uytdehaage, die tot zijn eigen verbazing zijn eerste olympische titel in de wacht sleepte. "De ontlading was groot. Ik realiseerde me bovendien dat ik voor het eerst in mijn leven tranen kreeg van blijdschap, dat had ik nog nooit gehad."
Aanmoedigen
Na het eerste hoogtepunt kwam Uytdehaage pas tien dagen later weer in actie. Op 19 februari verscheen hij al vroeg (in de negende rit van de in totaal 24 ritten) aan de start op de 1500 meter en hoewel de schaatsmijl niet tot zijn specialiteiten behoorde, verbaasde hij de schaatswereld opnieuw met een wereldrecord van 1.44,57. Daarmee stond hij lange tijd aan de leiding, maar in één van de laatste ritten was het Parra die sportieve revanche nam en de tijd verbeterde met 1.43,95. "Ik weet nog dat ik Derek op het laatste rechte stuk stond aan te moedigen. Veel mensen begrepen dat niet, maar ik vond het zó knap wat hij deed."
Mede door de spanning, emotie en het lange wachten maakte de zilveren medaille veel indruk op Uytdehaage. "Ik denk dat ik deze medaille misschien nog wel mooier vond dan de gouden medaille op de 10 kilometer." Want aan de 10 kilometer, gereden op 22 februari, bewaart hij weinig actieve herinneringen. "Ik wist dat ik toen de grote favoriet was, maar als je mijn tijd van de 5 kilometer keer twee zou doen plus dertig seconden zou ik uitkomen op een tijd van 12.58. In dat opzicht vond ik het dus niet heel verrassend dat ik 12.58,92, en dus een wereldrecord, reed."
Als passende afsluiting van zijn gouden olympisch schaatsseizoen werd Uytdehaage een maand later in Thialf ook nog wereldkampioen allround. Eenmaal terug in Nederland kwam hij erachter dat hij een bekende Nederlander was geworden en niet meer anoniem over straat kon lopen. “Ja, daar moest ik heel erg aan wennen. Het zorgde ervoor dat ik vanaf dat moment altijd onder een vergrootglas kwam te liggen.” Hoewel het na-olympisch 'nog niet eens zo slecht was', begon de motor in de jaren daarna steeds vaker te haperen.
Verwachtingen
Lag dat aan de verwachtingen van buitenaf of aan zijn eigen verwachtingen om het maximale eruit te halen? “Ik neig naar het laatste. Ik wilde gewoon net zo goed blijven presteren als in 2002 en ging steeds harder trainen, maar harder trainen is lang niet altijd de goede oplossing.” Tijdens de NK Afstanden (december 2005) beleefde Uytdehaage naar eigen zeggen zijn slechtste dagen uit zijn carrière door zich als regerend olympisch kampioen niet te plaatsen voor de Olympische Spelen van Turijn. En dat terwijl hij bij de World Cup in Turijn nog de beste Nederlander was op de 5 kilometer.
"In de achttien dagen na die World Cup heb ik heel hard getraind, maar tijdens het NK was ik ziek, zwak en misselijk. Wanneer word je ziek? Als je onvoldoende hersteld bent van bepaalde inspanningen, want dan word je immuunsysteem zwakker. Ik voelde me zelfs zo slecht dat ik de 10 kilometer niet eens meer heb gereden.." Het missen van de Spelen kwam hard aan bij Uytdehaage, die het hierna nog één seizoen probeerde alvorens hij zijn schaatsen aan de wilgen hing. "Achteraf vind ik het jammer dat ik toen ben gestopt, want er had echt nog wel meer ingezeten."
"Sterker nog, als ik reëel was geweest, had ik bij de Spelen van Vancouver in 2010 misschien nog wel een medaille kunnen winnen. Nee, ik vind niet dat ik daar spijt van mag hebben, want het was op dat moment een heel bewuste keuze. Toch zou ik er meteen voor tekenen als iemand mij nu zou vragen om weer betaald te sporten. Dat is toch het mooiste om te doen?"