"Dit is mooi om te zien. Het blijft uniek", zo omschreef de shorttrackcoach het succes. "Ondanks dat het een WK is in een Olympisch jaar. Ik heb niet het idee dat de schaatsers hier minder scherp zijn dan bij de Spelen."

Met vijf ronden te gaan zag Otter succes aankomen, dat veranderde met nog zo'n vijftig meter te schaatsen. Op dat moment zakte slotrijder Knegt naar de vierde plaats in de race. "Bij het passeren kreeg Sjinkie een tikje hier, een tikje daar en viel hij een beetje stil", aldus Otter, die in de jaren tachtig onderdeel uitmaakte van het team dat de andere vier Nederlandse wereldtitels verdiende.

"Maar hij bleef scherp. Hield overzicht en kon snelheid blijven maken." Het resulteerde in het eerste shorttrackgoud in vierentwintig jaar.

"Sjinkie is in supervorm, dat is duidelijk. Dat zag je al aan de halve finale, hoe hij het daar oploste in de laatste ronde (Knegt won zijn finaleplek op de streep, red.). Je zag het aan de finale, hoe hij wegreed bij die twee Chinezen", kijkt Otter terug. Eerder op de dag won Knegt zilver op de 1000 meter.