Afgelopen seizoen kon Otter rekenen op een stevige basis voor zijn damesploeg met Sanne van Kerkhof, haar zus Yara en Jorien ter Mors. Sanne van Kerkhof beëindigde haar schaatsloopbaan na het olympisch seizoen. Ter Mors en Yara van Kerkhof gingen wel door, maar kwamen fysiek ongemak tegen in de zomer. Van Kerkhof heeft een rugblessure en Ter Mors kampt met 'overreaching', het voorstadium van overtraining.
Dat betekent dat Otter voor in ieder geval de eerste helft van het seizoen maar twee leden van zijn olympische damesploeg tot zijn beschikking heeft: Rianne de Vries en Lara van Ruijven. Dat maakt de verwachting voor deze winter ongewis, geeft Otter toe.
"Ik kan niet bouwen op het vorige seizoen", zegt hij. "Al kan dat in onze sport nooit. Je hebt met zoveel onbekende factoren te maken. Maar het klopt, ik kan niet op de cracks terugvallen van vorig jaar."
Toch wil de bondscoach de verwachtingen niet naar beneden bijstellen. "Als je nu al zegt dat je het niet gaat redden, dan lukt het zeker niet", zegt hij. Bovendien gelooft hij sterk in de maakbaarheid van succes. "Alles is maakbaar en als we dat als adagium nemen, dan kunnen we ver komen."
Een pasklaar plan om het wegvallen van Ter Mors en Van Kerkhof op te vangen heeft Otter nog niet. Daarvoor zijn hun blessures te vers. Met de eerste twee World Cups in Salt Lake City en Montreal krijgt hij een beter beeld van zijn mogelijkheden en die van zijn rijdsters.
"Laten we eerst maar eens kijken wat er gebeurt in het begin van de winter."
Ook al blijft Otter positief, hij moet wel erkennen dat het wegvallen van zijn pupillen lastig is. En dat speelt niet alleen bij zijn damesploeg. Ook bij de heren vielen gaten in de selectie na Sotsji en in de zomer.
Naast Ter Mors en Van Kerkhof raakten Jeroen Sonneveld en Rosalie Huisman deze zomer in het ongerede, kampte Sjinkie Knegt afgelopen week met een darmbacterie en kreeg één van de buitenlandse sparring partners van de ploeg een schaats in zijn been. Dat heeft een groot effect op de trainingen van Otters equipe.
Ploeggenoten zijn namelijk van groot belang. Meer nog dan bij langebaan, omdat juist de interactie met de tegenstanders de sport zo moeilijk maakt. "Voor shorttrack is het heel belangrijk dat je met goede sparring partners kan trainen. En daar moet ik nu op een andere manier mee omgaan, want de ploeg is zo bijna gehalveerd", zegt Otter.
Dat ook Niels Kerstholt niet meer bij de nationale ploeg traint merkt Otter eveneens. "Niels was een nestor voor de ploeg. Hij kon na een wedstrijd de emoties tot bedaren brengen. Dat gaan die jongens, en ik ook, wel missen."
Ondanks de blessures en de veranderingen in de ploegsamenstelling waarschuwt Otter voor te veel navelstaarderij. "We kijken altijd heel erg naar onszelf, maar ook in andere landen zullen ze dit soort zaken meemaken", zegt hij. "We weten niet wat de rest van de landen zal doen."