Bij de laatste wereldbeker afgelopen weekeinde in Shanghai stonden acht verschillende Nederlanders in het hoofdtoernooi met in totaal dertien startplekken. Zij zorgden voor zes klasseringen in top acht, waaronder één keer brons. “De prestaties worden steeds beter en breder. Vijf van de zes mannen hebben een top-twaalf-positie neergezet. Daar had ik aan het einde van de zomer niet op durven inzetten”, aldus Otter.

Voor de Nederlandse coach betekent het een grote omslag. “We zijn niet meer alleen afhankelijk van Sjinkie, Annita of Jorien (Knegt, Van Doorn en Ter Mors, red.). Meer rijders kunnen top twaalf rijden en hoe meer topklasseringen je neerzet, hoe groter de kans wordt om medailles te pakken.”

Het grotere aantal topklasseringen geeft zijn shorttrackers vertrouwen en steeds meer ervaring. Bovendien is de groei in de breedte belangrijk als voorbeeldfunctie voor de groep rijders onder de top. “Je hoeft geen Sjinkie te zijn om goede prestaties neer te kunnen zetten. Dat biedt perspectief voor de jeugd.”

Otter ziet zijn schaatsers in sportief oogpunt volwassen worden. “Iedereen kan een topprestatie leveren als alles naar wens verloopt. Maar je moet kunnen presteren onder alle omstandigheden. Dus ook als je verkouden bent, of je mes niet lekker loopt”, vindt Otter. “Voor onze toprijders hoeft niet alles meer optimaal te zijn om een goede prestatie neer te zetten.”

Het brons van Daan Breeuwsma op de 500 meter in Shanghai was verrassend en betekende het eerste succes voor de shorttrackploeg dit seizoen. Ondanks het sterk optreden van zijn team in Shanghai, had Otter een wat makkelijkere start van het seizoen verwacht. Bovendien bleef de verwachte medaille op de aflossing uit. “We hebben wel een paar keer finale gereden, maar tot nu toe zat het een beetje tegen.”

“Het probleem is dat we nog niet goed genoeg zijn om het hele seizoen in de top mee te rijden. In het tweede deel willen we goed presteren. Bij de EK, WK en bij de wereldbeker in eigen land, daar wil je goed voor de dag komen.”

Niet alleen Nederland gaat het steeds beter doen in de internationale top. Ook andere Europese landen en Japan dichten de kloof. De top wordt breder, de verschillen kleiner. “Om zeker te zijn van een medaille moet je top twee van de wereld zijn”, stelt Otter. “Soms is de kwartfinale de zwaarste race van de wedstrijd.  Als je daar de besten van de wereld treft, dan ben je de sigaar.”

“Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je op een andere manier geen medaille kan halen”, aldus Otter. “Maar ik ben liever niet afhankelijk van factoren die je niet kan beïnvloeden.” De voormalig wereldkampioen op de aflossing wil de stijgende lijn de komende twee jaar richting de Winterspelen van Sochi doortrekken. Over zijn ideeën rond de top twee is hij reëel. “Laten we dat eerst maar eens in Europa proberen.”