Freek van der Wart, Daan Breeuwsma, Niels Kerstholt en Knegt zorgden zondag na een miraculeuze finale voor de eerste wereldtitel in vierentwintig jaar. Drie weken geleden grepen de mannen – door een vroege val en een starter die verzuimde de race terug te fluiten - nog naast een olympische plak.
Op de vraag of de wereldtitel het missen van een olympische plak op de aflossing kan vergoeden, antwoordde Otter: "Aan de ene kant wel, aan de andere kant niet. Misschien ga je morgen wel denken. Wat als?"
"Om eerlijk te zijn zitten de teams idioot dicht bij elkaar", stelde hij. "Het is weer duidelijk. Je kan op kop liggen en in één ronde tijd afschuiven naar de vierde positie." Om er even later met een glimlach aan toe te voegen: "of andersom. Het geeft de grote prestatiedichtheid aan."
In het individuele klassement eindigde Jorien ter Mors als zevende, na een vierde plaats op de 500 meter en de afsluitende drie kilometer. "Een medaille was mooi geweest." Sjinkie Knegt greep zondag zilver op de 1000 meter en werd achtste. Vorig jaar in Debrecen waren beiden nog goed voor de vijfde plaats. Otter kon er niet mee zitten.
"Als je niet op het overall podium kan staan, dan concentreer je je op de individuele afstanden en de relay", lichtte Otter toe. "Zo werkt het nou eenmaal. Daar kraait geen haan naar. In ieder geval niet in onze groep." Om die reden spaarde Knegt zich in de superfinale voor de aflossingsfinale die volgde.
Content was hij met het optreden van zijn ploeg in de breedte. De top-acht-notering van Knegt en Ter Mors leverden samen met de eindklasseringen van Yara van Kerkhof (twaalfde) en Freek van der Wart (vijftiende) het maximale aantal startplaatsen op voor volgend jaar. Nederland mag dan voor het individuele toernooi drie mannen en drie vrouwen inschrijven.
Het WK in Montreal was voor de shorttrackers geen toetje na de hoofdmaaltijd. De schaatsers oogden scherp en alle toppers waren aanwezig, op een enkeling na. "Ik heb niet het idee dat rijders minder scherp waren dan bij de Olympische Spelen. Kijk alleen al naar die 500-meter-tijden."
Het aantal vrouwen met een persoonlijk record onder de 43 seconden verdubbelde (in totaal negen rijders) en bij zowel de vrouwen als de mannen werden de zeer scherpe wereldrecords in Montreal – een ijsbaan op zeeniveau - benaderd.
"Freek (Van der Wart, red.) en Jorien rijden ruime Nederlandse records. Dat zijn serieuze tijden. Freek schaatst een rondje 8,07 seconden. Het op één na snelste rondje van het toernooi en misschien wel van het jaar. Maar je moet wel wat met die snelheid doen."