De fans op de tribune gaven hem een staande ovatie. En terecht, want Patrick Roest reed een geweldige race. Een snelle opening van 18,35 en daarna bijna allemaal rondjes in de 28 seconden brachten hem een nieuw baanrecord, iets waar hij van tevoren zelf nooit rekening mee had gehouden. “Eerlijk gezegd dacht ik dat een tijd rond de 6.10 wel genoeg zou zijn voor de winst. Maar toen ik de eindtijd van Eitrem zag (6.08,24), wist ik dat het een stukje sneller moest.”
Roest gaf toe dat hij zich onder druk gezet voelde door de 20-jarige Noor, die vorige week in de B-groep zelfs sneller was. “Als Eitrem niet zo snel had geschaatst, had ik vandaag nooit een baanrecord gereden. Dan ga je zo’n wedstrijd toch anders in. Voor het niveau op deze afstand is het natuurlijk alleen maar goed dat de Noren zo hard rijden. Daardoor ga ik zelf ook andere dingen laten zien.”
Sander Eitrem was onder de indruk van de tijd van Roest, maar kon over zijn eigen prestatie ook tevreden zijn. "En er is nog altijd ruimte voor verbetering.” De Noren hebben een goede lichting schaatsers, want ook 22-jarige Hallgeir Engebråten en de pas 18-jarige Sigurd Henriksen (met 6.17,67 verbeterde hij het wereldrecord voor junioren) rijden momenteel heel sterk. “We hebben een jong en talentvol team”, vervolgt Eitrem. “Op de trainingen pushen we elkaar enorm en zo worden we allemaal sterker.”
Voor Roest is het rijden van een baanrecord niets nieuws, hij deed het al vaker. Zijn vorige record op de 5000 meter reed hij in januari 2021. “Het ijs was toen bizar snel, maar vanwege corona mocht er helaas geen publiek in de hal zijn. Daarom is het vandaag extra mooi om zo’n snelle tijd te rijden, met al die fans op de tribunes. Ik heb er echt van genoten!”
Het Nederlands record op de 5000 meter staat nog altijd op naam van Sven Kramer (6.03,32). Hij reed die tijd in 2017 op het snelle ijs van Calgary. En laat nou juist daar de volgende World Cup verreden worden. Roest lacht: “Ik zat er vandaag maar een seconde boven, wie weet wat er in Canada mogelijk is. We gaan het zien. Eerst ga ik nog even goed trainen en dan hoop ik daar wel te pieken. Een wereldrecord? Het is niet onmogelijk, maar dan moet alles op z’n plek vallen. Ik moet dan zeker het niveau van vandaag hebben en misschien nog wel een stapje erbij.”
