Gefeliciteerd. Een nieuwe stap.

“Ja, van de KLM via ANWB naar de KNSB. Het is een nieuwe stap, maar er zit wel een lijn in mijn loopbaan, een Koninklijke lijn. Ik heb hiervoor 9,5 jaar bij de ANWB gewerkt. Eerst was ik financieel directeur hulpverlening. Dat heb ik vijf jaar gedaan. Daarna ben ik verantwoordelijk geworden voor de alarmcentrale. Daarvoor had je nog een meldkamer voor de wegenwacht en een alarmcentrales voor het buitenland. Die moest ik samensmeden. Ik heb daar vier jaar aan gewerkt, met veel plezier.”

“Het was niet gemakkelijk om twee losse afdelingen tot één te maken, maar uiteindelijk blijkt dat heel veel dingen gemeenschappelijk zijn. Ik hoop die gemeenschappelijkheid ook naar boven te brengen ook bij de schaatsbond.”

“Er ligt een mooie uitdaging bij de bond. De verschuivingen in de bondsstructuur door de komst van commerciële ploegen heeft een dynamiek geschapen die me erg aanspreekt.”

Welke dynamiek bedoel je?
“De KNSB is een interessante organisatie omdat het in grote mate leunt op vrijwilligers, maar tegelijkertijd ook een commerciële kant kent bij bijvoorbeeld de merkenteams. Er zit daar een onderlinge afhankelijkheid in, want de merkenteams leunen op de talenten die binnen de verenigingen en gewesten zijn opgeleid, door vrijwilligers. Er speelt altijd de vraag: wat is de KNSB voor de gewesten, de vrijwilligers en wellicht ook voor de ongebonden schaatsers, maar ook voor de sponsoren? Wat willen we zijn en voor wie? Dat is een lastig proces, want we willen iedereen meenemen.”

Hoe is het met de liefde voor de sport?
“Ik heb mijn hele leven gesport. Hockey, tennis en tijdens mijn studietijd ben ik gaan fietsen. Ik ben in het algemeen een echte sportliefhebber. Ik kan ook heel geëmotioneerd raken als ik naar sport op televisie kijk en er iemand wint of verliest. Dat doet me echt wat.”

“Toen ik bij de KLM werkte lag er ijs en toen heb ik een tochtje van 50km gereden en ik was helemaal uitgewoond. Toen ben ik weer gaan schaatsen, weer gaan leren schaatsen, eigenlijk. Op de ijsbaan rij ik in de ring naast de snelle jongens. De lastigste ring, wat mij betreft, want je moet altijd uitwijken: voor de langzameren en de snelleren. Zo’n schaatser ben ik. Maar ik weet wel wat het is dat je bijna zweeft over het ijs, die zeldzame momenten. Toch heb je ook van die momenten dat je denkt: ik leer het nooit.”

“Twee jaar geleden ben ik gestopt met schaatsen omdat ik dacht dat het nooit meer zou vriezen. Dat ging het natuurlijk wel, maar toen er ijs lag had ik griep dus kon ik niet het ijs op op. Maar ik heb beloofd weer te gaan schaatsen.”

Je spreekt vooral over langebaan en marathon. Hoe staat het met de andere disciplines?
“Inline-skaten en shorttrack spreken me sowieso erg aan, maar met kunstrijden ben ik nog niet veel in aanraking geweest. Ik heb wel het WK Kunstrijden gevolgd. Kijk, we zijn in Nederland erg gericht op langebaanschaatsen en marathon, maar mondiaal is kunstrijden veel groter. Je moet dus kijken hoe je daar met de KNSB mee omgaat.”

Waar kijk je het meest naar uit?
“De mensen te leren kennen en de organisatie, want we zullen met elkaar aan de slag moeten gaan. Ik merk wel dat er een positieve sfeer hangt op het bondsbureau. Je voelt aan de mensen hier dat er een speciale energie van dit werk uitgaat. Hier bij de KNSB wordt passie en werk gecombineerd.”

“Daarnaast lijkt het me leuk om zelf aanwezig te zijn bij wedstrijden en incidenteel bij verenigingen. Niet omdat ik me overal mee wil bemoeien, maar omdat het volgens mij hoort bij mijn werk bij de KNSB. Uiteindelijk zit de kennis bij de mensen die het eigenlijke werk doen.”