Breukel kon een glimlach op zijn gezicht niet onderdrukken toen hij afgelopen woensdag een mailtje vanuit Lausanne (het hoofdkantoor van de ISU) kreeg waarop stond dat hij één van de officials is die naar de Olympische Spelen mag afreizen. Omdat er liefst achttien wedstrijdleiders in aanmerking kwamen voor dit toernooi, achtte hij de kans niet zo groot dat hij zou worden uitgekozen. "Ik ben hier heel erg blij mee. Het is een mooie waardering voor alles wat ik de afgelopen twintig jaar heb gedaan", vertelt Breukel vanaf zijn vakantieadres.
Breukel, die in 1996 begon als wedstrijdleider, staat namelijk al vanaf 2001 op de A-lijst van de ISU (wie op deze lijst staat, kan worden aangewezen voor de grote, internationale toernooien) en heeft sindsdien alle grote wedstrijden al eens mogen leiden. Op eentje na: de Olympische Spelen. "Het is natuurlijk wel mooi om die aan dit rijtje toe te voegen", glimlacht de opvolger van Daan Brand, die in 2010 de laatste Nederlandse wedstrijdleider was die op het hoogste toneel in actie kwam. "De Olympische Spelen zijn op zich wel vergelijkbaar met andere wedstrijden, alleen is de druk veel hoger. Je kunt je hier geen fout permitteren, want de hele wereld kijkt met je mee."
Hoe ziet het werk van een wedstrijdleider er nou eigenlijk uit? Breukel vat het kort samen: "In de ruimste zin van het woord zijn we verantwoordelijk voor de administratieve afhandeling van de wedstrijd. Denk daarbij aan het kwalificatieschema, de ritindelingen, de startposities en het verwerken van de uitslagen met de daarbij behorende eventuele penalty's en toevoegingen." Een goede voorbereiding is volgens Breukel dan ook het halve werk. "Op het moment dat de wedstrijd begint, hebben wij als wedstrijdleiders het werk er voor 80 tot 85 procent al op zitten. Als je dat dus goed voor elkaar hebt, wordt het tijdens de wedstrijd een stuk makkelijker."
Breukel verwacht bovendien dat het evenement in Beijing in tegenstelling tot andere toernooien veel overzichtelijker is. "Alles staat al vast: er doen 36 rijders mee op de 1500 meter, 32 op de 500 meter en 32 op de 1000 meter. Het is tot op de minuut geregisseerd", aldus Breukel, die de olympische kriebels nog moet krijgen. "De Spelen voelen nog ver weg, omdat er nog heel wat wedstrijden aan voorafgaan", doelt hij onder meer op de International Invitation Cup in Heerenveen en de eerste World Cup in Beijing. "Na deze kwalificatiewedstrijden begin je waarschijnlijk pas naar de Spelen toe te leven."
Voor Breukel, die tussen 1994 en 1996 bondscoach was van de nationale shorttrackploeg, zullen het zijn eerste Olympische Spelen worden en hoogstwaarschijnlijk ook zijn laatste. Omdat de regel is dat je tot je 70e levensjaar official op ISU-niveau mag zijn, weet Breukel dat hij nog negen jaar te gaan heeft. "Ik denk nog lang niet aan stoppen hoor, maar aangezien de kans niet heel groot is dat je vaker wordt geselecteerd, verwacht ik dat dit m'n laatste Spelen zullen worden."