Het blijft een verkapte noodkreet uit het Noord-Hollands studentenbolwerk op de schaats, dat intussen twintig winters van de partij is en juist in dit jubileumjaar nog wat meer in de verdrukking raakt. Van opgeven wil de trainer en coach van de Topdivisie-formatie bij de mannen, de Belofte-mannen en – vrouwen niet weten. Er moet “wel heel had gezocht worden naar geldschieters, nu onze club van sponsoren jaarlijks kleiner wordt”, zo realiseert Helling zich.
Hij noemt het voorbeeld van oud-rijder Christoffel Hendriks, die verleden jaar stopte met de sport om zich volledig op zijn baan in het familiebedrijf te storten. Die onderneming in de transportbranche is al jaren betrokken bij de schaatsactiviteiten van Port of Amsterdam, omdat Hendriks senior zelf ook via het studentenleven op het ijs belandde. “Hendriks zal niet zomaar afhaken als begunstiger van onze organaisatie, maar de situatie verandert wanneer je als vader sponsor bent van een team waarin je zonen schaatsen: eerst Johan, vervolgens Christoffel. Hij heeft vorig jaar, toen Christoffel afscheid nam, een oproep gedaan aan andere ouders om het stokje over te nemen”, weet de winnaar van de Alternatieve Elfstedentocht (2009).
Nog eens, Port of Amsterdam glijdt lekker door na de huidige jaargang, met Helling als de technische kopman van het geheel dat uit vijftien atleten bestaat. “Ik denk dat ik bij de ploeg hoor omdat we in de Topdivisie meedoen. Dat is ook de categorie waarin je actief moet zijn, wil je eventueel sponsors werven en aan je binden. Alleen, zolang we geen zicht hebben op meer financiële injecties, is het zaak dat we naar kostenbesparende zaken kijken. We proberen het al zo duurzaam mogelijk te doen, ’t wordt nu nog belangrijker uit te vinden hoe we het betaalbaar kunnen uitvoeren. Door elk dubbeltje om te draaien zijn er de voorbije jaren enige reserves opgebouwd waar we momenteel op drijven. Dat spaarpotje raakt wel een keer leeg, hè.”
Om de uitgaven te drukken, is er bij de KNSB bijvoorbeeld een verzoek ingediend de tarieven van de teamlicenties te verlagen. Dat idee is eerder geopperd, er is ook over gesproken met alle betrokkenen, maar uiteindelijk heeft het nergens toe geleid. Vorig seizoen peilde de sectie Marathon van de bond of er geen nieuw model zou kunnen worden ingevoerd, waarbij de teams een bedrag zouden moeten betalen dat in verhouding zou zijn met het beschikbare budget. Dus hoe meer geld, des te groter de licentiebijdrage. Het plan kreeg bijval, totdat het moment aanbrak dat de teams inzage moesten geven in hun begroting. Dat betekende einde verhaal. De pijn zat ’m vooral bij de ploegen net onder de grote (rijke) stallen: die hielden liever de kaarten voor zich, om zo laag mogelijk in te zetten, zodat het te betalen licentiebedrag zou meevallen. “Ik ben er zeker van dat dit onderwerp straks, wanneer we met z’n allen op de Weissensee zitten, opnieuw ter tafel komt”, laat competitieleider Geert-Jan Muskens weten.
Een andere gedachte is voortaan weer individuele marathonschaatsers te laten meedoen in de Topdivisie. Zoals het er nu naar uitziet, slinkt het aantal teams verder, wat betekent dat er minder plekken beschikbaar zijn. Helling ziet er vooral nadelige consequenties aan kleven. “Het is een formule, maar of je er als sport groter door wordt, is de vraag. Een individuele rijder moet alles zelf doen: trainen, op trainingskamp. Zal die dat dan nog doen? Zodra die aanhaakt bij een ploeg, wordt het vanuit sportief oogpunt weer extra ingewikkeld.”
Het zijn vooralsnog zorgen voor later. Eerst maar de eigen problemen oplossen. “We kijken inmiddels al niet meer omhoog om te zien of we als ploeg een stapje naar boven kunnen maken. Het behouden van ons Topdivisieteam telt nu, waarbij we die mannen zoveel mogelijk faciliteiten kunnen blijven bieden. Van de mensen in de belofteploegen worden grotere eigen bijdragen verwacht, dat kan niet anders. Tegelijkertijd is er ons veel aan gelegen dat mannen- en vrouwenteam in stand te houden, omdat die de opstap vormen vanuit het studentenschaatsen. Dat is onze bestaansgrond: we rammelen nooit met de geldbuidel, maar leunen erg op onze eigen kweek.
“Vandaag en morgen trainen we op het ijs in Leeuwarden en een dag in Thialf. Dat zijn dure uren. Voor de Topdivisie-jongens worden ze vergoed, terwijl de beloften die zelf moeten betalen. Om de overige kosten te reduceren, kunnen we gratis in het gebouw van een zeilschool overnachten.” Helling zegt niet te weten of er een groot verschil bestaat in benadering van de meiden en jongens onder de beloften, als er meer uit eigen portemonnee moet worden gedokt. Over stoppen vanwege die reden heeft hij nog niemand gehoord.“ Als iemand de ambitie heeft ooit in de Topdivisie te kunnen rijden, dan kan hij of zij dat als een investering zien. Bij de mannen kunnen ze er misschien zelfs een beetje geld mee verdienen. Voor de vrouwen….., ach, de stap naar de Topdivisie is ook interessant.”