De komst van de Zuid-Koreaanse schaatstalenten naar Nederland is een uitvloeisel van het partnerschip tussen de Nederlandse en Zuid-Koreaanse schaatsbond dat begin november vorig jaar in Seoul werd beklonken.
JeayouL Kim, president van de Zuid-Koreaanse schaatsbond bracht vandaag een bliksembezoek aan het gezamenlijke trainingskamp op Papendal en ontmoette daar een delegatie van de KNSB waaronder Arie Koops en Jeroen Otter. Kim maakte daarnaast kennis met Maurits Hendriks, technisch directeur van NOC*NSF en en Peter Blangé, manager van InnoSportLab Papendal.
”Het gezamenlijke trainingskamp is de eerste grote mijlpaal van het partnership tussen de Nederlandse een Koreaanse schaatsbond”, zegt Kim. “Het is voor de Koreaanse schaatsers een unieke gelegenheid om te zien hoe de Nederlanders trainen. Ik ben de KNSB dankbaar en kijk ernaar uit om onze samenwerking uit te breiden in aanloop naar PyeongChang 2018 en verder.”
Naast de sportieve samenwerking spreekt Kim over plezier en vriendschap, verder vindt hij het erg interessant om te zien op welke manier de wetenschap prestaties kan verbeteren. ”Het is hartstikke leuk dat de Zuid-Koreanen een kijkje nemen hoe topsport hier functioneert en hoe de wetenschap daarin is ingebed”, zegt Blangé.
“Voor die junioren is het natuurlijk prachtig om op Papendal te trainen", vervolgt hij. "Alles ademt hier topsport uit, dat moet, naast het feit dat de Nederlandse en Zuid-Koreaanse junioren twee weken samen trainen, nog eens extra stimuleren.”
De Zuid-Koreaanse delegatie heeft donderdag ook nog een bezoek gebracht aan het Bondsbureau van de KNSB in Utrecht. “In het verlengde van het gezamenlijk trainingskamp van de langebaantalenten, worden er naast sporttechnische aspecten ook ideeën uitgewisseld over strategieën rond breedtesport en marketing en communicatie”, zegt Paul Sanders, algemeen directeur van de KNSB. “Je merkt dat de Zuid-Koreaanse schaatsbond werkt aan het versterken en populairder maken van het langebaanschaatsen.”