Maar zie: de tijden veranderen, en ons land telt intussen vele ijsmakers. Die van de ijsclub Winterswijk WIJC hebben de stiel tot kunst verheven en blijken dus in staat in een halve nacht een hele ijsbaan neer te leggen waarop vroege vogels zich kunnen uitleven.
Wat het geheim is? “Een combinatie van wetenschap en gezond boerenverstand”, aldus de voorzitter van de ijsclub, Auke Spijkstra. Voor de tiende keer wist de club dit seizoen een ijsvloer neer te leggen. Vanaf twaalf uur ’s nachts heeft een groep enthousiastelingen afwisselend de temperatuur nauwlettend in de gaten gehouden, in de hoop dat het zou vriezen en het water op de baan gesproeid kon worden.
De baan, waar in de zomer geskeelerd wordt, bestaat uit schuimbeton en bitumen, een soort asfalt. Zowel onder het beton, als tussen de lagen en bovenop het bitumen zitten sensoren die precies vertellen wat de temperatuur is. Zo wisten de leden van de ijsclub dat vanaf drie uur een onbemand karretje met sproeiarm de baan op kon, omdat toen de temperatuur onder het vriespunt was gekropen.
Aan de hand van de sensoren en de ervaring van de afgelopen maanden bepaalden ze met welke snelheid het karretje moest rijden, hoeveel druk er op het water moest zitten en welke norzel, sproeidop, er op de arm moest. Dankzij de inspanningen van de leden lukte het om de ideale omstandigheden te creëren, waardoor er om kwart over zes een ijsvloer lag van vier millimeter. Om half acht stonden de eerste schaatsers te popelen om het ijs op te stappen. Onder het genot van een zonnetje, maar ook met af en toe wat sneeuw, werd er op de derde van april geschaatst in Winterswijk. Een unicum!
Helaas was de ijspret van korte duur. Door de zon werd het ijs om tien uur bros en daardoor eindigde de eerste ijsdag van april. “Er zijn genoeg schaatsers geweest die met veel plezier geschaatst hebben. Het was veel werk om de ijsbaan gereed te maken, maar het was prachtig om vanochtend iedereen op het ijs te zien,” vertelt Spijkstra.