Trouw werd nooit wereldkampioen en de Telegraaf en het AD waren nooit genoodzaakt hun concurrentie te bejubelen. Tot spijt van de schaatser. Aan zijn inzet lag het niet, maar een mondiale titel is nou eenmaal niet voor iedereen weggelegd.
Zijn roem ging sneller dan zijn prestaties. Als Trouw de baan in kwam voor een 500 meter zei de commentator op televisie steevast: "Trouw, misschien wel de beste schaatser van Nederland".
Aan de atleet na afloop de taak onwetende mensen uit te leggen dat zijn naam gekoppeld werd aan een slogan: 'Trouw, misschien wel de beste krant van Nederland'. Trouw: "Dan won ik weer niet en heel veel mensen snapten er vervolgens niets van."
Jarenlang behoorde Trouw tot de nationale schaatstop. Hij schaatste wereldbekerwedstrijden en werd als A-junior nationaal kampioen sprint, maar het belangrijkste gedeelte van zijn carrière werd overschaduwd door blessureleed.
In het seizoen 2009-2010 werd de sprinter maar liefst drie keer geopereerd. Een slepende enkelblessure ging over in een liesbreuk en eindigde met artrose in zijn heup. Zijn tweejarige contract bij schaatsploeg Hofmeier moest hij noodgedwongen revaliderend doorbrengen, zonder succes op het ijs.
Het grote voordeel van zijn blessureperiode: Trouw rondde zijn opleiding tot fysiotherapeut in vier jaar af, vrij ongebruikelijk voor een topschaatser.
Halverwege zijn opleiding en net na de revalidatie van zijn laatste operatie, sloot hij aan bij het toenmalige APPM, destijds de ploeg van onder meer Ronald en Michel Mulder. Trouw zou meetrainen en de schaatsers bijstaan als fysiotherapeut, maar niet lang daarna dwongen aanhoudende fysieke ongemakken hem tot de beëindiging van zijn schaatscarrière.
Inmiddels is de 29-jarige Trouw afgestudeerd fysiotherapeut. Hij deed een jaar ervaring op in een praktijk voor fysiotherapie, maar verruilde zijn baan vorig jaar voor een fulltime functie als assistent-trainer bij team beslist.nl. Daarvoor rondde hij in acht maanden de opleiding Schaatstrainer 4 af bij de KNSB. In zijn rol als trainer combineert hij zijn schaatsachtergrond met zijn fysiotherapeutische kennis.
Het leven als schaatscoach is wellicht risicovoller, er is in Nederland immers bijna geen schaatser of trainer zeker van een contract voor volgend jaar, maar voor Trouw was zijn verandering van baan simpel: "Ik vind het schaatsen gewoon heel leuk."
Die passie zat er al vroeg in. Als elfjarige kocht Trouw ooit een abonnement van zijn spaargeld en met hulp van wat sponsoring van zijn ouders. Hij fietste zonder morren alleen de vijftien minuten van huis naar de Vechtsebanen in Utrecht. "Daar keek ik naar andere mensen en probeerde ik dat na te doen."
Nu kijkt hij nog steeds naar anderen, maar nadoen hoeft niet meer. Zijn samenwerking met hoofdtrainer Gerard van Velde maakt dat ze samen het snelste trainersduo van Nederland vormen.
Trouw is inmiddels bijna vier jaar geleden gestopt als topsporter, maar zijn ervaring helpt hem in zijn nieuwe functie, zegt hij. "De schaatsbeweging is fantastisch mooi. Als ik mijn ogen dicht doe, voel ik het nog steeds. Datzelfde gebeurt als ik die jongens zie rijden."
Nu is het wachten tot een verslaggever zijn nieuwe functie aankondigt: Trouw, misschien wel de beste trainer van Nederland.