Vooral de jeugd blonk dit seizoen uit op de titeltoernooien. Voor de senioren bleef het op het EK in Oostende bij zilveren en bronzen medailles, in Heerde en Arnhem was er geen WK-eremetaal voor de ploeg. Desalniettemin stemmen de behaalde resultaten tevreden.
"In principe wel. Op het WK hebben we met de junioren sowieso heel goede resultaten gehaald. Bij de senioren hadden we dan geen medailles, maar wel veel ereplaatsen. Michel Mulder was heel dichtbij op de one lap. Met iets meer geluk op de marathon en de val van Hekman op de afvalkoers hadden we zomaar twee of drie medailles kunnen pakken bij de senioren."
"Over het EK zijn we heel tevreden. Met 22 medailles hebben we het super gedaan, ondanks een aantal discutabele diskwalificaties. Als alles mee had gezeten, hadden we misschien wel vijf gouden medailles kunnen hebben, maar uiteindelijk heeft de ploeg heel goed gepresteerd."
Tijdens het EK viel op dat er over het algemeen veel diskwalificaties waren. De nationale ploeg rijdt niet voor ereplaatsen, maar voor de winst.
"We gaan natuurlijk altijd voor de winst en dan neem je zeker ook risico's. Bijvoorbeeld Luc ter Haar op de relay. Hij had voor zeker kunnen gaan en dan pak je zilver. Nu probeerde hij in de voorlaatste bocht Italië nog in te halen en dan halen we brons. Ook Bente Kerkhoff en Anna van den Bos reden prachtige koersen. Dat is mooi om te zien, ook al lukt het soms net niet. Het blijft Europees goud, dat haal je niet zomaar. Je moet wel met de nodige grinta (lef, red.) racen."
Op het WK en EK staan er verschillende RTC-coaches langs de baan om hun rijders te coachen. Zij zijn daar in verschillende functies (bondscoach en trainer), maar deze rollen zijn goed te combineren.
"Op zich is dat wel te vergelijken met het langebaanschaatsen, daar gaan de RTC-coaches ook mee naar de World Cups. We werken heel goed samen met Mark Horsten, Manon Kamminga, Jos Dohle en Valentina Berga, we gaan gezamenlijk op kamp en trainen soms centraal in Heerde. Uiteindelijk wordt de ploeg samengesteld door de selectiecommissie. Dat is een heel objectieve setting en we kijken met een open vizier."
"Het is een echte meerwaarde dat we zo'n breed begeleidingsteam hebben en dat komt de objectiviteit alleen maar ten goede. Daarnaast is Arjan Smit, de disciplinemanager van de KNSB, ook op elk toernooi. Hij biedt ook nog de nodige ondersteuning."
Op het EK stond met de teamsprint een experimenteel nieuw onderdeel op het programma. De Fransen boycotten de spectaculaire afstand, maar nieuwe onderdelen als de teamsprint zijn wel nodig om de sport aantrekkelijker te maken.
"Voor het brede publiek is de teamsprint een spectaculair onderdeel en heeft het echt meerwaarde. Je moet het wel doordacht invoeren natuurlijk. Nu de 300 meter geschrapt is op het WK maar niet op het EK, merk je dat de Europese bond en de wereldbond een meningsverschil hebben. Dat zal altijd zo zijn, maar zoals het nu gaat is het niet goed. De teamsprint is zeker een goede try-out geweest. Als ze de 300 meter ook houden, is het voor zowel het brede publiek als het kennispubliek mooi."
"Of het ook nodig is voor de Olympische Spelen weet ik niet. Dan hebben we meer aan een strakke programmering en duidelijke en open videojurering. En natuurlijk moet je dan ook kijken naar welke afstanden je op een olympisch programma zet. Je kan niet alles olympisch maken. Bij de Jeugd Olympische Spelen rijden we drie afstanden en wordt er één gouden medaille uitgereikt."
Op het EK had het scheidsrechterskorps een grote invloed op het wedstrijdverloop. Jury en scheidsrechters moeten gebruik maken van videobeelden en achteraf straffen.
"Hier ben ik het 100% mee eens. Je hebt enkel een starter nodig op het middenterrein, de rest moet achter de video zitten. In het shorttrack hebben ze daarin al een slag gemaakt. Dat proberen ze in het inlinen ook, maar dat werkt nog niet zoals het zou moeten. De enige reden om iemand uit de wedstrijd te halen is als iemand een andere rijder slaat of tijdens de afvalkoers een 'elimination by fault'."
Het EK in België en het WK in Nederland zijn een voorbeeld voor anderen. Het incident met het rondebord op de marathon in Oostende was slechts een smetje op een vlekkeloze organisatie.
"Van heel veel landen hoorden we vorig jaar bij het WK in China al dat ze blij waren dit jaar naar Nederland te komen. Iedereen weet dat in Nederland en België de ervaring er is en dat het in orde is. Een voorbeeld voor andere organisaties. Het is raar dat het in andere landen iets moeilijker gaat. De afgelopen twee WK's in China waren echt slecht: dramatische jury, slecht busvervoer en tenten die wegwaaiden. Nu hadden we een prachtig atletendorp en goede communicatie. Laten we hopen dat het volgend jaar in Barcelona ook weer zo is."
De juniorenploeg pakte op zowel het EK als het WK veel medailles. Met de huidige lichting zit het met de toekomst van het inlineskaten in Nederland dus wel snor.
"Dat is nooit evident, al hebben we zeker wel het materiaal ervoor. In Nederland lonkt toch altijd het schaatsen. Een aantal toptalenten zal zeker in een commercieel schaatsteam terechtkomen en dan zullen ze minder inlinen. Ik ben er wel gerust op dat ze hun best blijven doen om zoveel mogelijk te blijven skeeleren, al zullen ze op een gegeven moment daar zeker keuzes moeten maken."
"Ik denk dat de meeste Nederlandse toppers het wel willen combineren. Dan is het goed als de kalender daarop aangepast wordt, met elk jaar of een WK of een EK. Als er dan ook een schaatstoernooi minder is, dan worden de titels waardevoller en is het makkelijker om een evenwichtig programma te maken. Dat zou het schaatsen en het skeeleren allebei ten goede komen."