Half maart bekroonden Freek van der Wart, Daan Breeuwsma, Sjinkie Knegt en Niels Kerstholt hun internationale opmars met de wereldtitel in Montreal. Een beloning voor het jarenlange harde werken en investeren in elkaar.

Het was het laatste optreden van de 31-jarige Kerstholt, die met het team ook twee Europese titels en zilver en brons bij het WK won. Een paar maanden later haakte vaste reserve Christiaan Bökkerink af.

Toch sloeg Oranje bij de Aziatische wereldbekers in december toe. Eerst met zilver in Sjanghai, een week later met het goud. Opvallend, want het was pas de derde wereldbekeroverwinning in de historie voor de Nederlandse ploeg. Het succes in de nieuwe samenstelling, met Adwin Snellink (21) en Itzhak de Laat (20), was een mooie opsteker en een bevestiging van wat ze in de training al voelden.

“Die race hebben we in de bus naar het vliegveld een paar keer teruggekeken. Heerlijk, daar heb ik van genoten. Sjinkie rijdt aan het eind een rondje 8,3 seconden. Adwin een rondje 9,0. Dat is niet snel, maar dat maakt geen zak uit als je er maar voor blijft”, aldus Breeuwsma.

Natuurlijk wordt Kerstholt gemist. De man met de meeste ervaring op zak is niet zomaar te vervangen. Hij stuurde zijn ploeggenoten aan en zette de mannen op scherp als het nodig was. “Niels was het cement van de ploeg”, aldus Otter. Met nieuwe jongens in het team is het zoeken naar een nieuw format, een nieuwe balans.

Otter: “De constante is bepalend voor de race. Als de snelheid gelijk blijft, dan wordt de wedstrijd als makkelijk ervaren. Je geeft de energie over, waardoor je niet hoeft te versnellen. Dat bespaart kracht. Als er veel variatie is, slaat de vermoeidheid sneller toe.”

Wat dat betreft heeft Snellink met zijn lengte van 1 meter 82 en gewicht van 72 kilogram een voordeel. De 21-jarige Zuid-Hollander lijkt qua bouw op Breeuwsma, de man die hij snelheid mee moet geven bij de wissel.

“Met mijn duw heeft Daan net wat meer over. Anders moet hij accelereren en dat kost energie”, weet Snellink. De ranke De Laat heeft daar meer moeite mee, maar maakt intuïtief de juiste acties. “Itzhak is een echte shorttracker. Hij is handig en weet hoe het spelletje gespeeld wordt”, zegt Otter.

Knegt heeft alle vertrouwen in zijn nieuwe ploeggenoten. “Die jongens trainen al jaren met ons. Op snelheid kunnen ze prima mee.” En waar de jonge shorttrackers nog wat tekort komen, daar moeten Breeuwsma, Van der Wart en Knegt een stapje harder lopen.

“Ze geven mij vertrouwen en zijn duidelijk in wat ze van mij verwachten. Ik heb een basistaak: blijven staan, bijblijven, goede wissels en je positie niet makkelijk weggeven. Dan zijn die andere drie mannen goed genoeg om het aan het einde af te maken”, constateert Snellink.

In Dordrecht is de mannenploeg, met een wereldbekeroverwinning op zak, dus gewoon weer favoriet voor de titel. Eenvoudig gaat het volgens Otter niet worden. “Het is zeker geen kat in ’t bakkie. Er moet kneiterhard worden geschaatst. Iedere onderschatting wordt hard afgestraft. Er zijn te veel toplanden.”

Het thuispubliek kan de Nederlandse ploeg vleugels geven, maar kan ook een impuls zijn voor de andere titelkandidaten. “De andere rijders hebben in 2012 ook meegekregen wat voor show het hier is. En er is niks mooiers dan de show voor een ander te verpesten, om Nederland te verslaan in het hol van de leeuw”, weet Otter.

Breeuwsma is vol vertrouwen over een mooie afloop van de relayfinale in eigen huis. Hij ziet Rusland, met zesvoudig olympisch kampioen Viktor An als slotrijder, als de gevaarlijkste ploeg voor het goud. “Sjinkie is op het moment in zijn beste vorm ooit. Hij kan het An goed lastig maken. Of hij nou op kop aan de laatste rondes begint of erachter, Sjinkie is hem de baas.”